Op 24 maart werd het boek Bezielende Wijsheid door Joke van Saane aangeboden aan Pieter Heerma. Tijdens de bijeenkomst waar tal van auteurs en bestuurders aanwezig waren werden ook een tweetal bijdragen toegelicht en voorgedragen. Zo sprak Jaap Smit over ‘vasthoudendheid’, en predikante Petra van der Burg over de deugd van de hoop. Ook gaf Peter Gorter van uitgerij KokBoekencentrum zijn leeservaring mee.
Bestellen?
via de plaatselijke boekhandel of https://www.bol.com/nl/nl/f/bezielende-wijsheid/9300000110316040/
of ga voor meer informatie over de presentatie naar https://www.cda.nl/wetenschappelijk-instituut/actueel/nieuws/boekpresentatie-bezielende-wijsheid

Jan Prij is onderscheiden met de Jhr. mr. A.F. de Savornin Lohmanprijs voor zijn boek God en Geld uit 2018. Deze prijs wordt toegekend door het College van Decanen van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) voor een publicatie betrekking hebbend op christelijk denken over staatsrechtelijke en politieke onderwerpen in Nederland. De Lohmanprijs werd in 1987 ingesteld door de gelijknamige stichting en de VU en wordt dit jaar voor de achtste keer uitgereikt. Aan de prijs is een bedrag van € 7.000 verbonden.
Een adviescommissie, onder leiding van VU-hoogleraar George Harinck, heeft na bestudering van meerdere publicaties haar voorkeur uitgesproken voor God en Geld van Prij: ‘’De auteur laat op een creatieve en originele wijze een christelijk perspectief zien op het gebied van religie, economie en politiek. Het geeft een hoopvolle visie op de samenleving, op de economie en onze verhouding daartoe, en op de opdracht van de politiek. De reikwijdte van de publicatie is verrassend en de auteur weet deze voor het publieke domein belangrijke thema’s op een zeer natuurlijke en consistente manier met elkaar te verbinden. Aansprekend is de actuele wijze waarop het christelijk denken wordt vormgegeven met filosofische inzichten, inspirerende figuren uit de geschiedenis van diverse achtergronden en inzichten uit andere religies en tradities. De publicatie is toegankelijk geschreven, met kennis van zaken, en goed leesbaar voor een breed publiek. Het is boeiend hoe de auteur buiten de academie om een eigen intellectuele positie heeft ontwikkeld.’’
De prijsuitreiking wordt in verband met de coronamaatregelen verplaatst naar een nader bekend te maken datum in 2021. Zie: persbericht
Aan de hand van de lotgevallen de Griekse jonge god Hermes belicht ik de wondere wereld van religie, economie en politiek.
Een grensverleggend programma in roerige tijden.

Agenda
26 februari Hoogeveen, De Vredehorst 20.00 uur-21.45 uur,
15 april Rotterdam, Bergsingelkerk, 20.00-21.45 uur
In Onderweg praat Elsbeth Gruteke zaterdag 23 februari van 22.02 tot 23.00 uur met Jan Prij. Hij is filosoof, econoom en werkzaam voor het Wetenschappelijk Bureau voor het CDA. Hij schreef het boek God en Geld, over een combinatie die door de bank genomen niet als logisch wordt ervaren. Veel christenen zeggen: Het gaat om schatten in de hemel en niet op aarde. Maar hoe kan het dan wel samen gaan? Daarover gaat het boek dat Prij schreef. Hij werd 10 weken te vroeg geboren en is daardoor licht spastisch. Maar dat is geen belemmering voor zijn leven, hij ziet er zelfs voordeel in; dankzij zijn driewieler kan hij makkelijk een kratje bier vervoeren! In het gesprek gaat het verder over zijn leven, werken voor een wetenschappelijk bureau voor een politieke partij, christendemocratie en waarom Jan lekenpreker is, maar geen theologie wilde studeren. Informatie over God en Geld
Na de uitzending is deze ook te beluisteren via de podcast. https://www.nporadio5.nl/podcasts/11/eo-onderweg
Mooie Vier strerren-recensie in Trouw van 9 mei over God en geld onder de titel: Lessen van Hermes, geen voorbeeldige held.
Voor meer reacties zie ook onder: net verschenen
naar aanleiding van de boekpresentatiee met Ernst Hirsch Ballin en Ruben van Zwieten op 20 april bij boekhandel Donner in Rotterdam.
Over de noodzaak van publieke dialogen die schuren
Gesproken column, 1 juni 2016 bij 10 jaar Wing, partner in ruimte en ontwikkeling en het ten doop houden van het boek Publieke dialogen: Socratische dialogen over maatschappelijke vraagstukken
Publieke dialogen: Hoe langer ik er mee bezig ben, hoe radicaler ik er in zit.
Volgens mij staat er daarbij nogal wat op het spel. Niets meer en niets minder dan de noodzaak om onszelf opnieuw uit te vinden.
Mijn stelling is dat de praktijk van het voeren van publieke dialogen spot, met alle moderne hokjes waarin we onszelf geplaatst hebben
en dat het daarom verontrust en schuurt.
Maar dat het rommelen en rammelen aan al die hokjes precies is, wat we vandaag de dag nodig hebben voor een humane samenleving.
Lees verder »
Artikel in: Broers, Brunt, Evers & v.d. Werff (red) ‘Publieke bezinning. Socratische dialogen over maatschappelijke vraagstukken’ 2016, pp. 171-184
Wat staat er op het spel?
De vormgeving van de democratie en in verband daarmee onze standaard-opvattingen over burgerschap en politiek.
Welke praktijk wordt bekritiseerd?
De neiging politiek te reduceren tot een cynische strijd om macht waarin burgers slechts onderdanen, die moeten participeren in plannen die door anderen zijn uitgedacht. De praktijk doet mensen niet tot hun recht komen, vermeerderd lijden en onrechtvaardigheid.
‘Socratische Dialogen hebben weinig van doen heeft met de bewierookte brave burger en met de ronkende verwachtingen rond burgerschap. Sterker nog: dikke kans dat de kant-en-klaar oplossingen van beleidsmakers van forse kritiek worden voorzien en dat men niet bereid is tot een vorm van politieke participatie waarin het zeggen van ja-en-amen tot de hoogste norm is verheven.
Welke nieuw inzicht wordt geboren?
In socratische dialogen over publieke kwesties komt een andere visie op burgerschap en politiek aan het licht dan sinds Plato en Hobbes gangbaar is geworden. Geen politiek waarin het draait om strijd en het bewaken van de hiërarchische machtsverhoudingen in de wereld. Geen burgers die slechts onderdaan zijn, maar in staat zijn tot meesterschap, tot medevormgever als partner onder gelijken van het leven in de polis. In dit beeld van de politiek is er geen hiërarchie meer in de letterlijke betekenis van het woord (hiërarchie betekent ‘heilige orde’).
Lees verder »
Socratische dialogen over maatschappelijke vraagstukken
Waar is ruimte voor publieke bezinning nu kiezers zich vervreemd voelen van de bestaande representatieve democratie; nu de landelijke overheid zich verder terugtrekt uit allerlei maatschappelijke instituties; nu de Nederlandse burger aangespoord wordt tot zelfredzaamheid. En hoe kan die bezinning vorm krijgen? Wat is het antwoord op de oproep van burgers om meer zeggenschap en eigenaarschap?
Lees verder »
Overweging Schagen, 24 april 2016
Lezingen Deuteronomium 6:1-9; Johannes 13:31-35
Zien én geloven: dat is een van de grote thema’s voor Johannes
Johannes’ cruciale vraag is:
Hoe kunnen we in de vreugdevolle Paasboodschap geloven als we God nooit hebben gezien?
Als we Jezus die het woord van God was, nooit zelf hebben gehoord ?
God is liefde, zo luidt kortweg zo ongeveer de geloofsbelijdenis van Johannes.
Of ook wel: Overal waar liefde is, daar is God
Maar hoe kunnen we in zo’n God geloven in een wereld vol geweld
Waar de liefde zo ongeveer afwezig lijkt?
Ja, als Gods liefde is, wat betekent dat dan in een ogenschijnlijk liefdeloze wereld
Wat moeten we met zo’n God aan als het leven pijn doet?
Hoe kunnen we het geloof in zo’n God volhouden?
Dat is zo ongeveer de prangende kwestie waar het in het hele Johannes evangelie om draait.
Groots en contrastrijk neerzet, via bijvoorbeeld contrasten tussen licht en donker, God en de wereld, gelovigen en ongelovigen, zien en niet zien,
worden we onherroepelijk geconfronteerd met de vraag naar de geloofwaardigheid van het evangelie
in deze zo op het eerste oog goddeloze wereld, waar de goede boodschap zo ongeveer niet aanwezig lijkt te zijn.
Lees verder »
Perspectieven in een netwerksamenleving
In onze wereld geven mensen op allerlei manieren vorm aan hun onderlinge betrokkenheid. Overal zijn mensen actief om de wereld, of de buurt, beter, mooier of socialer te maken. Ze nemen verantwoordelijkheid, zetten hun talenten in, gaan samen met anderen aan de slag.
De vraag is of we daar wel voldoende oog voor hebben.
Lees hier een conceptversie van het visiedocument voor het christelijk sociaal congres 2016 dat in aanloop naar dit congres verschijnt en op 9 juni 2016 gepresenteerd zal worden tijdens een bijeenkomst over ethiek en economie.
Humaniteit boven bureaucratie
Dag in dag uit verlenen artsen, verpleegkundigen, mantelzorgers en vrijwilligers geweldige zorg. Ook ontstonden er de afgelopen jaren prachtige initiatieven om de zorg te verbeteren. Tegelijkertijd bestaat er bij veel zorgverleners en patiënten frustratie en onbegrip over het zorgbeleid van verschillende overheden. Deze bekijken de zorg eenzijdig als kosten post. Een relatie met partijen in de zorg verandert in een machtsstrijd die gewonnen moet worden. Dit roept veel weerstand op, verspilt energie, ontmoedigd en remt de positieve ontwikkelingen.
Lees verder »
Overweging 5 juli 2015, Bergsingelkerk Rotterdam
Lezingen Ezechiël 2: 1-7; Marcus 6:1-6
Een aanraking kan iemand genezen.
Iemand aan kunnen raken en zelf geraakt worden door iets of iemand.
In deze beweging zit misschien wel heel de genezing van de mens verschoven.
Aanraakbaarheid. We hoorden zoiets al in de lezing van vorige week.
De twaalf jaar bloedvloeiende vrouw hoeft zich niet meer onrein te voelen.
Ze raakt Jezus aan.
In deze mens is het heilige niet dodelijk ongenaakbaar
maar aanraakbaar geworden.
De vrouw mag zijn wie ze is. Een dochter van God, in plaats van een besmet iemand.
En in hetzelfde verhaal mag ook het dochtertje van Jaïrus, op eigen benen staan.
Bevrijdt van de verstikkende hand van haar vader,
niet meer als dochter van de overste van de synagoge,
levend in een glazen huis, maar als zichzelf.
Even beschermend als verstikkend heeft de hand van Jaïrus op het kind gerust. Jarenlang. Nu wordt zij door de aanraking van Jezus opgericht.
Lees verder »
Artikel in: Govert Buijs en Marcel ten Hooven (red.) Nuchtere betogen over religie,
waarheid en verdichting over de publieke rol van godsdiensten, 2015, pp. 264-278.
‘Hoe kan het religieuze als inspiratiebron dienen?’ Dat is de uitgangsvraag van dit essay. Maar wat is ‘het religieuze’ dan precies? Om een begin van een antwoord te vinden op die vraag zullen we 1) het religieuze contrasteren met ‘het seculiere bewustzijn’ om vervolgens de religieuze ruimte te schetsen naar verschillende dimensies. De tijd is voorbij dat het religieuze alleen maar loodrecht uit de hemel naar beneden kwam neerdalen, ook horizontale perspectieven die de breedte van de gehele mensheid betreffen of diepte-perspectieven die niets meer en niets minder dan een transformatie van onze benauwde ziel beogen, komen in toenemende mate in beeld. Voor deze drie dimensies van de ruimte kunnen drie prototypische- figuren van religieuze inspiratie nog steeds als voorbeeld dienen: Moeder Teresa, Martin Luther King en Fjodor Dostojewski.
Lees verder »
Lezing Conferentie ‘Terug naar de toekomst’, koor Eigenwijs 30 jaar , Gouda, 2 november 2014
Ik ben Jan Prij, publicist, filosoof en econoom.
In mijn werk als schrijver, redacteur en verslaglegger
zoek ik steeds naar het verhaal achter de feiten.
Maar ik moet zeggen: het verhaal van kantelaar Nynke Schaaf is duidelijk en inspirerend genoeg.
Daar heb ik niet veel aan toe te voegen.
Het is het verhaal over de veranderende samenleving waarin oude machtsstructuren niet meer werken, mensen niet bekneld willen worden door regels of geregeerd door anonieme markten
maar vrije ruimte willen om hun idealen productief te kunnen maken.
Misschien moeten we inderdaad met veranderdenker Jan Rotmans zeggen
“ We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperk”
En in de overgangsfase van het ene tijdperk op de andere is het nodig om het vizier opnieuw scherp te stellen, en hebben we, ook dat ben ik met Nynke eens, inderdaad ‘friskijkers’ en ‘dwarsdenkers’ en ‘verbinders’ nodig.
Maar misschien is de vorm van burgerschap waar de ‘kantelaars’ een beroep op doen, nog onvoldoende kritisch en radicaal doordacht.
Zelf denk ik bijvoorbeeld dat de huidige politieke orde helemaal niet op kantelaars zit te wachten omdat het soort van burgerschap dat daarbij hoort behoorlijk verontrustend is.
En dat er daarom een behoorlijk dwars spanningsveld zit tussen burger en politiek in een veranderende samenleving. Ik wil dat dwarse spanningsveld aan de hand van drie samenhangende stellingen toelichten.
Stelling 1 We verwachten te veel en de verkeerde zaken van burgers.
Plotseling wordt er van alles verwacht van de burger
Burgerschap, eigenkracht, zelfredzaamheid, lijkt de nieuwe Haarlemmerolie, het medicijn tegen alle kwalen van deze tijd te zijn.
Nadat de verzorgingsstaat overbelast is geraakt en de destructieve kanten van marktwerking
de samenleving in een financiële en economische crisis hebben gestort,
is het nu tijd, zo gaat het verhaal om de burgers ruim baan te geven.
Niet de staat of de markt, maar de burgersamenleving is het bewierookte domein waar de redding van de samenleving gestalte zal moeten krijgen.
Door volop in te zetten op de vereende krachten van burgerschap
(waarvan plots allerlei bijdragen aan de gemeenschap wordt verwacht)
en het eigen initiatief van participerende burgers wordt het mogelijk,
zo is alom de gedachte, om in één beweging
zowel de afgeslankte verzorgingsstaat op de been te houden
als de rauwe kanten van de marktwerking te verzachten.
Al met al lijkt er onder beleidsmakers sprake te zijn van een heuse burgerschapsbubbel zo vatte wetenschapper Govert Buijs onlangs de huidige stemming samen.
Maar het is de vraag of we daar wel zo verstandig aan doen:
“Is het misschien zo dat we, door al onze krachten onvoldoende doordacht te zetten op het nieuwe burgerschap, vandaag investeren in fantasieën voor morgen, om overmorgen te ontdekken dat we opnieuw onszelf diep in de schulden hebben gewerkt?”
Wanneer we de rol van burgerschap kritisch doordenken, moet er over de rol van burgers niet alleen worden gedacht in termen van participatie in de plannen en beleidstrajecten die de overheid al vooraf voor ons heeft uitgestippeld,
maar ook in de rol van tegenkracht, oftewel van ‘georganiseerd wantrouwen.’ tegenover de hiërarchische ideeënmachine die de overheid nog steeds is.
Dat brengt mij bij stelling 2
“De politiek wil burgers inlijven in haar eigen programma’s, niet burgers die zelf het heft in eigen handen nemen”
De huidige politieke orde omarmt wel de ‘participatiesamenleving’, maar wil geen werkelijke zeggenschap van burgers omdat dit radicaal democratisch, macht-bedreigend en vernieuwend is.
Eerst iets over het radicaal democratische karakter van burgerschap.
Als het appel op burgerschap dat tegenwoordig zo alom-vertegenwoordig klinkt, ergens een antwoord op is dan zijn het niet de problemen van de verzorgingsstaat of die van de markt,
maar dan is het om een impuls te geven aan democratische vernieuwing van onderop.
Ruimte geven aan burgerschap betekent allereerst mensen zelf zeggenschap geven over wat er in hun buurt gebeurt. En dat ze niet alleen maar kunnen stemmen in een stemhokje, of mee-uitvoerder worden van vooraf bedachte overheidsplannen of bezuinigingsstrategieën
Wanneer we werkelijk de burger zelf de mogelijkheid geven hun buurt of stad mede vorm te geven ontstaan misschien veel betere ideeën die nog in geen enkel beleidsplan stonden.
Maar dat is lastig voor beleidsmakers en politici die al eeuwenlang hun burgers als onderdanen hebben beschouwd en niet als eigenzinnige meesters over de koers van het eigen leven en het politieke leven in de stad.
Zo’n onderdanig burgerschap was juist niet de bedoeling in de oorspronkelijke democratische idealen zoals die ooit in de stadstaat Athene ten tijde van de dwarse filosoof Socrates tot ontwikkeling zijn gekomen.
Volgens hem waren burgers geen onderdanen maar de werkelijke dragers, de werkelijke burgermeesters van de stad.
En iedereen (nou ja, iedereen, de democratie was ook in zijn eerste vorm nog niet bepaald voorbeeldig: vrouwen en slaven telden niet mee) mocht in de volksvergadering op directe wijze over de juiste inrichting van die stad meebeslissen.
De wetten van de samenleving waren bedoeld om de burgerlijke samenlevingsvormen van het goede leven te beschermen en niet om van overheidswege een bepaalde levenswijze aan burgers op te dringen.
Socrates die leefde in de vijfde eeuw voor Christus ging constant het gesprek aan met burgers op het marktplein en met zelfbenoemde deskundigen en machthebbers en stelde ze voortdurend horzelige vragen
”Waar zijn we eigenlijk mee bezig?” “Waarom doen we het zo en niet anders?”
Volgens hem was het zo dat als we ondoordacht bestaande conventies gehoorzamen en klakkeloos doen wat zelfbenoemde deskundigen van ons vragen we de onrechtvaardigheid in de stadstaat vermeerderen.
Het liep overigens goed met Socrates af.
Hij stond niet bepaald bekend als een brave, participerende burger die goed mee deed. Steker nog: hij werd veroordeeld tot de gifbeker op basis van de beschuldiging dat hij de jeugd bedierf en de bestaande zeden verpeste.
Vaak is het hetzelfde liedje:
Al te rebels burgerschap wordt niet gewaardeerd door machthebbers.
Het is natuurlijk niet serieus de bedoeling dat burgers zodanig het heft in eigen handen nemen dat een aantal beroepsbestuurders en politici wel naar huis kunnen.
Tekenend is bijvoorbeeld dat tegenwoordig een gevestigde partij als D66
haar kroonjuwelen voor radicale democratische vernieuwing al lang bij het grofvuil heeft gezet.
Het is helemaal niet de bedoeling dat burgers beleidsplannen van de beroepspolitici radicaal gaan bekritiseren en verbeteren.
Want ja, als we dat doen… Waar blijven we dan?
Dan is het einde zoek. Dan vallen onze hiërarchieën om.
Dan hebben we de zaken niet meer in de hand en weten we niet meer welke koers we moeten varen. Dan komen we uit op echte nieuwe oplossingen, die nog onvoorstelbaar zijn en waar dus ook nog geen politieke dekking voor is. Daar is lef voor nodig die ik grotendeels zie ontbreken bij de overheid ondanks alle mooie praatjes over burgerschap.
Ik ben niet echt positief over het verandervermogen van de overheid zelf
omdat de overheid vooral ook een machtsapparaat is.
Dat betekent allerminst dat ik cynisch ben over het vermogen van burgers om van onderop veranderingen in de inrichting van de samenleving te weeg te kunnen brengen.
Vaak bestaat deze er allereerst uit om bestaande vormen van bestuur als onrechtvaardig aan de kaak te stellen.
Dat brengt mij tot stelling 3.
Alle vormen van werkelijke politieke vernieuwing zijn uit een combinatie van geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid & morele verbeeldingskracht geboren: voortgekomen uit vormen van eigenwijsheid dus
Wanneer we ver in de geschiedenis teruggaan
is Socrates de eigenlijke vader van zo’n eigenwijs burgerschap geweest.
Of de Jood Jezus die de onrechtvaardigheid van het hiërarchisch handelen en denken van religieuze en wereldse gezagdragers bekritiseerde en er een ander radicaal gelijkheidsideaal voor in de plaats stelde, waarin iedereen Jood of Griek, slaaf of vrij man, man of vrouw, allemaal als gelijke voor God worden voorgesteld.
Een dergelijke morele verbeeldingskracht is nodig om werkelijk vooruit te kunnen komen in deze wereld.
Maar we kunnen ook denken aan mensen als Ghandi, Martin Luther King
of Nelson Mandela.
Hun burgermoed en geweldloze bevrijdingsbewegingen hebben uiteindelijk tot minder onrechtvaardige samenlevingsvormen geleid voor blank en zwart.
Ze openden de ogen voor het gegeven dat het voor revolutionaire veranderingen nodig is je in de ander te verplaatsen die vaak als ‘onze vijand’ wordt weggezet.
En er zijn meer voorbeelden.
In de voorstellingen van Eigenwijs is ook blijk gegeven van een dergelijke inspirerende morele verbeeldingskracht.
Wie zegt bijvoorbeeld dat het normaal is dat we in een Europa verdeeld door een muur en omringd door een Ford Europa te leven?
Dat er geen ander alternatief is dan het buitensluiten van vluchtelingen?
Wie zegt dat inkomensongelijkheid een natuurgegeven is
en dat daar niets aan te doen valt zonder de vitaliteit van de samenleving aan te tasten?
Wie zegt dat economische groei altijd beter is?
En dat het normaal is om in een broeikas vol CO2 uitstoot te leven of in een plastic soep?
In het oefenen van deze vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid,
het voor mogelijk houden van datgene wat onmogelijk wordt geacht,
ligt de kracht van verontrustend burgerschap en eigenwijs muziektheater.
Zoiets oefent de morele verbeeldingskracht
en leert verder te kijken dan de eigen neus lang is.
Ze doet beseffen dat we uiteindelijk allemaal in hetzelfde schuitje zitten.
Op zulke morele verbeeldingskracht drijven alle goede initiatieven
en komen impulsen voor vernieuwing voort.
Daar hebben we, juist nu, dringend behoefte aan
Ik wens Eigenwijs daarom nog vele mooie eigenwijze jaren toe!
Overweging 27 juli 2014 Buurtkerk-Leeuwenhoek
Lezingen: 1 Koningen 3:5-12, Mattheus 13:44-52
‘In sprookjes betekent het zoeken en vinden van een schat altijd het zoeken en vinden van je roeping, je bestemming.’
Zo is het ook in deze gelijkenis, aldus dominee Nico ter Linden
in zijn her-vertelling van dit verhaal uit Mattheus.
Dat zoeken naar je roeping en je bestemming begint met het besef dat ieder mens zich een geroepene mag weten -door God nota bene- als zijn geliefde.
Jezus die deze gelijkenis uitspreekt, spreekt uit ervaring.
In zijn leven was dat besef steeds meer doorgedrongen
het besef dat Hij een geliefd kind van God was
en dat de Eeuwige vreugde in hem vindt,
Als een stem uit de hemel en als duif uit de lucht was dat woord van liefde
uit den hoge naar beneden komen klapwieken en op hem neergedaald.
Lees verder »
Kort Interview met Clémence Ross van Dorp in CDV zomer 2014
Oud-staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en oud-CDA-Tweede Kamerlid.
Als staatssecretaris in het kabinet-Balkenende II was ze verantwoordelijk voor de totstandkoming en invoering van de Wet maatschappelijke ordening (Wmo).
‘Decentralisatie is geen doel op zich. Het moet logisch passen bij het subsidiariteitsbeginsel. De Wmo is in 2006 vormgegeven vanuit de principiële vraag van subsidiariteit, namelijk: op welke niveaus horen vormgeving en de uit- voering van het welzijnsbeleid te liggen?’
‘Ik heb gezegd: er moet een welzijnswet nieuwe stijl komen die aansluit bij de vermogens en wensen van burgers, uitgevoerd door de democratische laag die het dichtst bij de burgers staat. De taak van de landelijke overheid daarbij was om kaderstellende wetgeving te maken waarbinnen gemeenten vervolgens zelf voldoende beleidsmatige en financiële ruimte kregen om het een en ander op eigen wijze te realiseren. Dat het gebeurt moest wel goed omschreven zijn, hoe het gebeurt daarentegen niet.’
‘Voor mij persoonlijk was dat loslaten als rijksoverheid van die sturende bevoegdheid, op het “hoe”, geen enkel probleem. Het lastige was dat er weinig begrip bestond voor het uit het awbz-verzekeringspakket halen van bepaalde welzijnszaken die daar eigenlijk niet thuishoorden, maar waaraan langzamerhand iedereen gewend was geraakt. Vooral de verzekeraars hebben er groot financieel belang bij om van alles en nog wat in dat verzekerd pakket onder te brengen, met als gevolg uit de hand lopende premielasten en onnodige afhankelijkheid van de overheid.’
Lees verder »
Interview met Annemarie van Veldhuizen: Algemeen coördinator in het Jacobshospice te Den Haag, verschenen in CDV lente 2014
‘Ik ben vijftien jaar geleden in het hospice komen werken. Ik had in die tijd al mijn va der van 62 jaar en mijn jongste broer van 27 verloren en was zelf door een pijnlijk, verdrietig en noodzakelijk rouwproces heen ge- gaan. Toen de kans kwam om hier te komen werken als coördinator, voelde ik mij opgetild en tot in mijn ziel geraakt.’
Lees verder »
Artikel in: De kracht van Nederland, Bilderbergconferentie 2014, pp. 43-50.
Maatschappelijk onbehagen en economisch onderpresteren lijken heden ten dage hand in hand te gaan. Hoe is deze samenhang te duiden? Waarom werkt Nederland niet goed? 1) De stelling van dit artikel is dat eenzijdigheden in ons concept van de kenniseconomie zowel menselijk potentieel onbenut laat als vervreemdingstendenties (althans een deel daarvan) in de samenleving verklaart. Inzicht in ons verwrongen idee van kennis is cruciaal om te begrijpen waarom we de grip op onze omgeving verloren zijn geraakt en ons in toenemende mate niet meer in de samenleving thuis voelen.
Lees verder »
Over het productief maken van idealen en een andere overheid,
(Stichting Beroepseer in samenwerking met A+O Fonds Rijk)
Tijdens een Goed Werk Hub in 2013 van Stichting Beroepseer hebben jonge ambtenaren elkaar geïnterviewd over hun idealen en struikelblokken. Deze persoonlijke verhalen zijn in deze bundel gecombineerd met die van zeer ervaren ambtenaren. De bundel sluit af met het commentaar van drie oude rotten.
Lees verder »
Artikel in: 200 jaar Koninkrijk, Religie, Staat en samenleving, onder redactie van Sophie van Bijsterveld en Richard Steenvoorde, p. 181-208
1. Ondernemen als religieuze kwestie: de lotgevallen van de god Hermes
Hoe gaat het bedrijfsleven om met religieuze kwesties of breder gesproken met zaken van waarde? Deze vraagstelling die aan de basis van dit artikel ligt, doet het vermoeden rijzen dat het ondernemerschap zelf niet als een religieuze kwestie of een waardevolle zaak wordt gezien. Met religieuze kwesties of zaken van waarden wordt men noodgedwongen van ‘buitenaf’ geconfronteerd en daar heeft men dan nu eenmaal goed mee om te gaan. Deze voorstelling van zaken past in een maatschappelijk kader waarin religie en markt als gescheiden domeinen worden gezien. Religie gaat over het sacrale en markten zijn profaan. Religie handelt over eeuwige en onuitsprekelijke zaken zoals God, de hemel en kerk. Het raakt ten diepste aan wat filosofen de vita contemplativa noemen, het schouwen van het ultieme, het ware, goede en het schone. Ondernemers bewandelen de vita activa en zijn in dat kader vooral slinkse lieden die hun bedrijf en de verschillende werknemers daarbinnen gebruiken als middel om hun brood te verdienen en bedrijfsdoelstellingen te realiseren.
Lees verder »
Een sterk ingekorte versie van dit artikel verscheen in Ruimte, Mens en Tijd, juli 2013 onder de titel ‘Vrijzinnigheid als vakwerk’
Voorwoord
Ik heb mijn verhouding tot de vrijzinnigheid nog bepaald niet gevonden. Twee punten zijn wat mij betreft problematisch in de gelezen proeven van vrijzinnige zelfdefinities: (1) haar verhouding tot de orthodoxie en (2) een nogal individualistische nadruk op autonomie en persoonlijke gevoelens, uitlopend in een zeer kritische benadering van de traditie. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: als de vrijzinnigheid alleen bestaat om een huis te kunnen bieden aan gelovigen die eindelijk van de orthodoxie bevrijd zijn, dan voel ik mij er niet in thuis. Niet alleen omdat ik niet bevrijd hoef te worden van orthodoxe denkbeelden waar ik ‘last’ van heb, maar ook omdat ik geloof dat theologie tot meer dient dan de verlichting van de individuele psyche. Tegelijkertijd voel ik wel de behoefte aan een op positieve manier ingevulde vrijzinnigheid. Natuurlijk is geloven niet het klakkeloos van kaft tot kaft voor waar houden van bijbelteksten. Natuurlijk is het nodig om je in moderne tijden op een zinnige en verantwoorde manier tot het geloof te verhouden. Natuurlijk is een onverkort beroep op de ‘openbaring Gods’ niet zonder meer mogelijk. Als het waar is dat deze kenmerken op juiste wijze de praktijk van orthodox gelovigen tekenen 1), dan gaat mijn sympathie uit naar de ‘andere kant van de streep’. Hier beginnen echter gelijk problemen te ontstaan. De pogingen van de vrijzinnigheid of pseudovrijzinnigheid 2) om zich van de van orthodoxie te onderscheiden zijn mijns inziens zo halfbakken (Cossee), zelfgenoegzaam (Knoop) of fanatiek (Labuschange), dat zij wat mij betreft hun geloofwaardigheid en aantrekkelijkheid verliezen. Een theologie die alleen zichzelf serieus neemt en niet tot zelfrelativering in staat is, kan wat mij betreft geen goede theologie zijn. Maar op welke basis is er dan wel goede vrijzinnige theologie mogelijk? Hoog tijd voor een verkennend onderzoek!
Lees verder »
Rotterdam, Buurtkerk, 30 juni 2013
Lezingen: 1 Koningen 19-19-21, Lucas 9:51-62
Pas las ik het boek Ja,-maar, wat als alles lukt? van Berthold Gunster.
Hoe komt het dat we zo vaak niet doen wat we ten diepste willen?
Waar komt toch die innerlijke stem vandaan die ons ervan weerhoudt
ten volle te leven?
Lees verder »
Utrecht, Studiegroep Publieke Dialoog, 25 juni 2013
“Wat is de relatie tussen filosofie en politiek
in het kader van de Socratische dialoog?”
Dat is vraag die aan de basis ligt van deze gesproken column.
En dat alles in een minuut of vijf.
-Het moet tenslotte wel een luchtig intermezzo zijn
en het eigenlijke vervolgprogramma dat draait ‘om de aard van het publieke’
niet al te zeer onder druk zetten.-
Toch is het nogal een heftige kwestie die op mijn bord is gelegd:
niets minder dan een moord staat hierbij centraal.
De melancholieke filosofe Hannah Arendt heeft er al eens op gewezen:
het is het trauma van Plato over de terechtstelling van Socrates
die de relatie tussen filosofie en politiek bepaalt.
Alleen door dit pijnpunt onder ogen te zien zal ons en passant
iets over de aard van de socratische dialoog worden geopenbaard.
Plato was wanhopig door de dood van zijn meester.
Het was op grond van de wetten van de stad Athene
dat Socrates veroordeeld werd.
Het waren de opinies van de magistraten in de polis
die tot dit onrechtvaardige en waardeloze oordeel kwamen.
Reden genoeg voor Plato om de politiek
en de common sense waar deze op dreef ten diepste te wantrouwen.
Een taak van de filosofie is sindsdien vooral
om de onhoudbaarheid van de gangbare opinies te laten zien.
In plaats daarvan zouden ze dienaren van het ene, het absolute ware, het absolute goede
en het absolute schone moeten zijn.
Maar het probleem is dat filosofen
als ze eenmaal ook in oog met het absolute hebben gestaan,
alleen maar kunnen stamelen.
Onbegrijpelijk voor de gewone mensen op straat.
Sindsdien zijn filosofen ook nog eens totaal ongeschikt geworden
voor het normale, praktische en werkzame leven.
Vanaf de moord op Socrates staat voor Plato de politiek model
voor het geroddel, de grilligheid en tijdelijkheid van het ondermaanse,
terwijl de filosofie model staat voor het zuivere,
de eeuwigheid en de onuitsprekelijke verwondering.
Sindsdien kleeft aan de politiek een smerig imago
en wordt de wijsbegeerte door een aureool van hemelse verhevenheid omstraalt.
Politiek zou draaien om machtsspelletjes en het geweldsmonopolie van de staat.
Filosofie daarentegen, bloeit op rond een liefde voor een ongrijpbare wijsheid
die zich niet door macht verblinden laat.
Toch is dit een betreurenswaardige vertekening van de werkelijkheid.
De traumatische ervaring van de dood van zijn meester
heeft Plato verleidt tot een schets van filosofie, het politieke en ‘de’ waarheid
die rechtstreeks tegen de opvattingen van zijn meester ingaat.
Voor Socrates bestaat er geen absolute waarheid.
Waarheid is relatief en laat zich alleen in meervoud ontdekken,
in relatie met anderen, in ontmoeting en de dialoog met partners
of in gesprek met jezelf.
Waarheid is ook geen privézaak van heersers en koning-filosofen
die vervolgens aan anderen kan worden opgelegd.
Ze vooronderstelt een openbare ruimte, dat wil zeggen een publieke ruimte, waarin we elkaar als gelijken ontmoeten.
Volgens Socrates is het de kunst om het waarheidsgehalte van iedere opinie te ontdekken
en als een vroedvrouw uit de ander geboren te laten worden,
juist omdat we zelf ‘de’ waarheid niet in pacht hebben.
In de ontdekking van het waarheidsgehalte in de opinie van de ander
vinden we onze vrijheid en kunnen we ons tot verantwoordelijke burgers ontwikkelen
die gezamenlijk vorm geven aan het goede leven.
Niet eens en voor altijd, maar steeds weer opnieuw, stukje bij beetje.
Dat is de ware aard van het politieke
en het democratisch aanmodderen
dat daar onvermijdelijk bij hoort.
Precies dit wijsgerig ethos heeft Socrates ons,
over zijn graf heen, nagelaten.
En alleen vanuit deze inspiratie is een levende,
toekomst scheppende dialoog in de publieke ruimte mogelijk.
Ik heb gezegd.
Rotterdam, Bergsingelkerk 9 juni 2013
Lezingen: 1 Koningen 17:17-24; Lucas 7:11-17
Bestaat God wel ‘echt’?
Over deze vraag wordt veel nagedacht onder filosofen en theologen.
Het is niet zo’n bijbelse vraag
alsof God een grijpbaar ding of wezen is, die we in hokje kunnen stoppen.
Maar zo is het helemaal niet.
God is de Oneindige die niet in een beeld te vangen is.
God, zo zeggen de verhalen uit de bijbel, is de Eeuwige
die we niet naar ons eigen beeld kunnen manipuleren
Hij is de Levende die we niet moeten verengen
tot een doodse figuur uit een wassenbeeldenmuseum.
Lees verder »
Boekbespreking in: Het Goede Leven 28 mei 2013 van Het jaar van het gevaarlijke dromen van Slavoj Žižek
Meestal treedt Europa op als toezichthouder van de mondiale kapitalistische ontwikkeling: soms flirt ze met de conservatieve verdediging van de traditie. Deze paden leiden volgens Žižek in zijn nieuwste boek ‘Het jaar van het gevaarlijke dromen’ allebei tot vergetelheid, tot de marginalisering van Europa. De enige manier waarop Europa uit deze impasse kan komen is het doen herleven van haar erfenis van radicale en universele emancipatie.
Lees verder »
Bespreking van Gianni Vattimo Het woord is geest geworden. Filosofie van de secularisatie, O V P, 3 februari 2013
Het ligt niet erg voor de hand om een werk van een theoretisch filosoof van toepassing te verklaren op de pastorale praktijk. Het werk van Vattimo valt in eerste instantie namelijk op doordat het leest als een wijsgerig boek voor collega-filosofen. Toch is het werk voor pastores uitermate interessant, niet in de laatste plaats omdat caritas voor hem het kritische kernbegrip is, waarmee de christelijke religie tot op de dag van vandaag de visie op de loop van de menselijke geschiedenis fundamenteel heeft veranderd. Hoe zit dat? En wat kunnen pastores van deze visie leren?
Lees verder »
Artikel in VNO-NCW (2013) Vernieuwend Partnerschap
(voor de Bilderbergconferentie van 1 en 2 februari 2013)
1. Wat partnerschap vraagt
‘Vernieuwend Partnerschap’ is het thema van de Bilderbergconferentie van dit jaar. Het is een uitdagend thema dat een breuk vertegenwoordigt met een hiërarchisch en cynisch denken over economie en samenleving, waarbij alle zegen van boven komt, de machtigsten het voor het zeggen hebben en iedereen alleen maar op zijn eigenbelang let.
Lees verder »
Rotterdam, Bergsingelkerk 20 januari 2013
Jesaja 62:1-5; Johannes 2-1-11
De bruiloft van Kana is een wonderlijk verhaal.
Niet alleen het gegeven dat water in kostelijke wijn wordt veranderd
maar ook nog eens dat om een enorme hoeveelheid wijn gaat
Het gaat om een omzetting van zes watervaten van 2 a 3 metrete,
zo’n 80 tot 120 liter per vat.
Lees verder »
Boekbespreking in Nieuw Rotterdams Kerkblad, december 2012
van In andermans handen van Frits de Lange
Autonomie’ en ‘zorg’ zijn geen tegengestelde begrippen, maar hebben elkaar nodig. Deze uitdagende stellingname van ethicus en theoloog Frits de Lange, biedt broodnodige kritiek op de verwrongen opvatting van autonomie als zelfredzaamheid.
Lees verder »
Rotterdam, Buurtkerk, 9 december 2012
Lezing: Maleachi 3:1-4 en Lucas 3:1-6
Sommige van jullie kunnen ze vast wel: de avonturen van Olivier B. Bommel
en Tom Poes opgetekend door Marten Toonder.
Het is dit jaar 100 jaar geleden dat Marten Toonder in Rotterdam geboren werd
en vandaar dat er over zijn leven en werk nu veel te doen is.
Een van de meest boeiende figuren uit de verhalen van Marten Toonder is de Zwarte Zwadderneel. Op de kaft van een van de boeken die recent is uitgekomen, staat hij samen met heer Bommel afgebeeld, en als het goed is heeft iedereen een kopie van dat plaatje gekregen.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, oktober 2012
Op basis van hedendaags wetenschappelijk onderzoek ligt de preek onder vuur. De verkondiging zou niet meer aansluiten bij de vragen van deze tijd en daarom ‘bij de tijd’ moeten worden gebracht of misschien wel moeten verdwijnen ten gunste van andere vormen. Dit lijken mij nogal kortzichtige en voorbarige gedachten.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, september 2012
Er moet weer concreter gepraat worden over God, aldus een groep jonge (aspirant) predikanten in een kort manifest. Maar hoe zien de opstellers dat precies voor zich? De roep op duidelijkheid botst nogal met de ongrijpbare aard van het besprokene.
Lees verder »
In gesprek met Gérard Franken: Ambulance verpleegkundige in NRK, augustus 2012
Agressief optreden tegen politie, leraren en ambulancepersoneel lijkt aan de orde van de dag. Hoe ga je om met agressief gedrag? Is er sprake van een gezagscrisis? NRK sprak over deze actuele kwestie met Gérard Franken, die als ambulance verpleegkundige werkzaam is in Rotterdam en Goeree-Overflakkee.
Lees verder »
In de beschouwingen naar aanleiding van het overlijden van dichter Rutger Kopland werd niet een keer het gedicht aangehaald dat naar mijn smaak toch echt zijn mooiste was. Al was het alleen maar omdat het gedicht ook de dichter typeert; iemand die wars was van grote woorden en massieve beelden die vastleggen hoe de dingen zogenaamd in elkaar zitten.
Lees verder »
Boekbespreking in: Nieuw Rotterdams Kerkblad, juli 2012
van Bevlogen theologen van Werkman en Van der Woude (red)
In de negentiende en twintigste eeuw hebben predikanten zich nadrukkelijk uitgesproken over de sociale kwesties van die tijd. Nu is het debat hierover flets geworden. Bezinning op de eigen identiteit van de kerk staat voorop.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad juni 2012
Prominente theologen spreken zich uit tegen de verkerkelijking van het christendom
Huub Oosterhuis, Erik Borgman en Gerben Heitink zijn in de nacht van de theologie 2012 onderscheiden met respectievelijk de oeuvreprijs, de podiumprijs en de publicatieprijs. Ondanks enige opvallende verschillen in theologie en temperament zijn ze het over een ding roerend eens: de verkerkelijking van het christendom is een slechte zaak.
Lees verder »
Ik houd van pessimistische denkers. Niets is zo vermoeiend en deprimerend als de optimistische doener. De optimist wordt gedreven door een activistisch geloof in de vooruitgang, ziet het positieve in alles en enkel kansen en mogelijkheden voor verdere ontplooiing. Omdat alles beter kan is er vreemd genoeg ook voortdurend sprake van onbehagen met de huidige stand van zaken.
Lees verder »
Valkkoog, 17 juni 2012
Lezingen: Ezechiël 17:22-24, Marcus 4: 26-34
Het wonderbaarlijke van deze tekst is de enorme ontspannenheid die er uit straalt en die dwars tegen onze intuïties ingaat.
Wanneer het over het koninkrijk van God gaat, dan hoeven wij in eerste instantie niet zo bijzonder veel te doen of ons buitengewoon in te spannen.
‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe.’
De zaaier zaait, zaad ontkiemt en schiet op en groei uiteindelijk zomaar uit tot een grootse boom. Hoe daar kunnen we niet bij. Het valt ons toe.
Het wordt ons tijdens onze slaap in alle rust schonken.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, mei 2012
De afgelopen maand van de filosofie stond in het teken van ‘de ziel’. De hernieuwde belangstelling voor de ziel is opvallend. Wanneer we met een verwetenschappelijkte, functionalistische en reductionistische blik de werkelijkheid proberen te verklaren, is er voor de ziel geen plek meer. Maar wanneer we de persoonlijke ervaring laten spreken des te meer.
Lees verder »
Boekbespreking in Christen Democratische Verkenningen, lente 2012
‘Je moet je leven veranderen’ van Peter Sloterdijk
De these dat de ‘grote verhalen’ zijn uitgestorven, is alleen al twijfelachtig omdat de filosoof Peter Sloterdijk ze is blijven schrijven. Al zijn boeken zijn te beschouwen als virtuoze pogingen om de tijdgeest in woorden te vatten en om nieuw licht te werpen op de loop van de wereldgeschiedenis aan de hand van enkele welgekozen termen.
Lees verder »
Boekbespreking in Nieuw Rotterdams Kerkblad, maart 2012
van ‘De lage landen en het hogere ‘ van Gabriël van den Brink (red)
In het vorige NRK is het boek Eigentijds idealisme besproken en gesignaleerd. In deze NRK nogmaals aandacht voor boek en het achterliggende onderzoek. Niet in de laatste plaats omdat deze werken een nieuwe interpretatie van het omstreden leerstuk van de Drie-eenheid mogelijk maken. Deze herinterpretatie werpt en passant licht op de door de auteurs gesignaleerde tweeslachtigheid rond vitalistische waarden binnen onze cultuur.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, februari 2012
Velen hebben een negatief beeld over Paulus. Hij zou een vrouwonvriendelijke fanaticus zijn die boodschap van Jezus wel verspreid, maar niet zo goed begrepen heeft. Tegenwoordig komt er steeds vaker ruimte voor een ander beeld. Hierin staat Paulus aan de bron van een revolutionaire stroming in de geschiedenis die de universele ‘publieke liefde’ predikt.
Lees verder »
Tegen het cynisme
Boekbespreking in Nieuw Rotterdams Kerkblad, februari 2012
van ‘Eigentijds idealisme’ van Gabriël van den Brink (red)
Is Nederland cynisch geworden? ‘Nee’, betoogt Gabriël van den Brink op intrigeerde wijze in ‘eigentijds idealisme. Een afrekening met het cynisme in Nederland’.
Lees verder »
Artikel in Zicht, 2011-4, kwartaalblad Wetenschappelijk Instituut SGP, december 2011
De uitdaging voor de komende twintig jaar voor de confessionele partijen is te zoeken naar een verbreding van hun agenda. Ze dreigen in zichzelf gekeerde partijen te worden met weinig aantrekkingskracht voor potentiële nieuwe kiezers. God heeft een boodschap voor de wereld waarin christenen en niet christenen wonen. Het op alle vlakken serieus nemen van de norm van publieke gerechtigheid past daarbij.
Lees verder »
Rotterdam, 30 oktober 2011
Lezingen: Spreuken 9:1-18 en Mattheüs 25:1-13
Het is een ongemakkelijke tekst: de gelijkenis van de dwaze en wijze meisjes. Bij de vraag wat wijsheid of dwaasheid is, gaat het er blijkbaar behoorlijk om spannen. Dan doet het er echt toe wat je kiest. Hier nu eens geen gelegenheid om achterover te gaan leunen en ons te verheugen in de schier onuitputtelijke liefde en vergevingsgezindheid van de Eeuwige: er kan een moment komen dat het allemaal te laat is.
Lees verder »
Boekbespreking in Nieuw Rotterdams Kerkblad, oktober 2011
‘Weg uit het moeten’ van Just van Es
Veel geboden van het geloof hebben een onmogelijk karakter. Juist wanneer we ze met alle geweld proberen op te volgen, raken we de weg kwijt. Godsdienstfilosoof Just van Es schreef er met ‘Weg uit het moeten’ een boeiend boekje over.
Lees verder »
Artikel in Filosofie & Praktijk, jaargang 32, nr. 2, zomer 2011
Job Cohen noemde (als burgemeester van Amsterdam) theedrinken een ideaal bindmiddel om ‘de boel bij mekaar te houden’. Theedrinken staat volgens hem symbool voor fatsoen en gastvrijheid, een van de belangrijkste steunpilaren van onze samenleving. Maar voor Wilders en consorten is voor ‘theedrinken’ in de sfeer van het politieke geen plaats, theedrinken doe je thuis met vrienden en niet met vreemden en vijanden, theedrinken is ‘soft’ en staat voor gebrek aan daadkracht en een ontkenning van het gewelddadige karakter dat onvermijdelijk aan het politieke kleeft. Ook binnen de politieke filosofie neemt, geïnspireerd door de denkbeelden van Carl Schmitt, dit antagonistische machtsmodel gericht op vijandschap, conflict en de regulering van geweld een steeds belangrijker plaats in. Toch zouden we er goed aan doen de politieke deugd van het theedrinken weer te herontdekken. De politieke filosofie van Paul Ricoeur en Hannah Arendt kan ons daarbij behulpzaam zijn.
Lees verder »
Bergsingelkerk Rotterdam, 5 juni 2011
Lezingen: Ezechiël 39:21-29 en Johannes 16:33, 17:1-13
Het is net Hemelvaart geweest. Jezus is naar de Hemel opgevaren en laat zijn leerlingen alleen op aarde achter. Deze zondag heet daarom in de traditie van het kerkelijk jaar ‘Weeszondag’. Maar, zo luidt de boodschap van vandaag, je bent niet alleen. Je mag je, in Jezus naam, bij God geborgen weten. Laten we vandaag vooral kijken naar de tekst uit het Johannesevangelie. Dat gedeelte alleen al, is moeilijk genoeg. Menig predikant zal vandaag zijn tanden stukbijten op deze weerbarstige tekst, om over het armzalige lot van een lekenpreker die deze tekst te lijf wil gaan, maar te zwijgen. Laten we vooral kijken naar deze tekst, in de verwachting dat we inderdaad niet alleen zijn en dat tussen de woorden door de ruimhartige Geest van de Eeuwige mag waaien.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, april 2011
Op 1 april werd voor de tiende keer op rij de maand van de filosofie geopend in boekhandel Donner. Het thema van dit jaar is ‘het echte leven’. Maar afgaande op de betogen van Hans Achterhuis, Stine Jensen en Coen Simon bestaat het echte leven helemaal niet.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, februari 2011
De PVV spreekt in uiterst negatieve termen over ‘de islamisering van Nederland’ en wil bij monde van Wilders ‘de waarheid spreken over de verderfelijke ideologie die islam heet’. Hoogste tijd om een ander, positief licht over de islamisering te laten schijnen.
Lees verder »
Laffe PKN-nota stap terug in de tijd
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, januari 2011
Afgelopen november heeft de Generale Synode van de PKN de nota Spreken over God uitgebracht. Het is een vreemde en teleurstellende nota. Vreemd, omdat daarin met een zekere trots het gesprek met criticasters niet wordt aangegaan. Teleurstellend, omdat met dit schrijven een beweging terug in de tijd wordt gemaakt, waarbij kerkdeuren niet open maar dicht gaan.
Lees verder »
In gesprek met Ernst Hirsch Ballin, Aart Jan de Geus & Pieter van Geel, in CDV, winter 2010
Ernst Hirsch Ballin, Aart Jan de Geus en Pieter van Geel waren minister en staatssecretaris in de kabinetten-Balkenende. Nu maken ze – afzonderlijk – de balans op van het regeringsbeleid van de afgelopen acht jaren. De successen op sociaaleconomisch terrein staan voor hen buiten kijf. Alle drie benadrukken hoezeer de langetermijnoriëntaties in de politiek steeds meer onder druk zijn komen te staan.
Lees verder »
Boekbespreking in het Nieuw Rotterdams Kerkblad, december 2010
‘Hoe word ik gelukkig? Een zelfhulpboek’ van Guus Kuijer
Wie leert van een ander, over een ander, of met een ander, heeft een rijk leven. Wie zoekt naar de ziel van onze fascinerende wereld en niet te zeer naar zijn eigen ik, heeft een goede kans op geluk. God is daarbij niet nodig: de sleutelwoorden zijn interesse en passie. ‘Therapeuten willen nogal eens de nadruk leggen op ‘ontspannen’ en ‘loslaten’, terwijl het om inspannen en vasthouden gaat. Als u zich leeg voelt, stop er wat in. Als u uzelf wilt vinden, neem een ander in u op. Er staan hele bibliotheken voor u klaar. Concertzalen kijken hunkerend uit naar uw bezoek. De musea staan wagenwijd open. De theaters trappelen van ongeduld. En, voor ik het vergeet, misschien zit er in uw tuin of in het parkje om de hoek een rugstreeppad op u te wachten…’ Zo eindigt Guus Kuijer zijn Hoe word ik gelukkig? Een zelfhulpboek. Dit citaat en de introductie op dit stukje, die ik van de achterflap heb geplukt, geven een goede indruk van dit schitterende boekje voor onder de kerstboom. Het neemt niet alleen op lichtvoetige wijze de ‘zelfhulpindustrie’ op de hak, maar voegt daar ook op eigen-wijze iets zinnigs aan toe.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, november 2010
Achter veel nadenken over theologie schuilt de oermenselijke ervaring (die ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ delen) dat het leven ons om niet geschonken is. Veel meer valt er denk ik niet over te zeggen. We moeten zeker niet proberen ons denken over God, kerk en wereld in een al te systematisch en gesloten keurslijf te stoppen.
Lees verder »
Boekbespreking in het Nieuw Rotterdams Kerkblad, september 2010
‘Goden breken’ van Marc De Kesel
Bij het monotheïsme staat niet zozeer het geloof, maar de geloofskritiek centraal. Dat is de basisintuïtie die achter alle elf essays in dit fascinerende maar lastige boek van de filosoof en theoloog Marc De Kesel. Volgens hem is het monotheïsme een kritische machine, bedoeld om goden te breken.
Lees verder »
Schagen, 25 juni 2010
Lezing: Mattheus 20:20-23
Bijna twee weken geleden zag ik het al helemaal voor me: Giovanni van Bronckhorst die de wereldbeker omhoog houdt als teken van de ultieme overwinning in het voetbal. Voor een lang weekend bij mijn ouders op bezoek, had ik samen met mijn vader zelfs al een Oranje-shirt aangeschaft met het opschrift Wereldkampioen 2010 – Holland. Maar deze, nu op zijn minst wat voorbarig aandoende, uitdossing mocht helaas niet baten.
Lees verder »
Boekbespreking in het Nederlands Dagblad, 26 maart 2010
‘Fenomenologie van de waarneming’ door Maurice Merleau-Ponty, Uitgeverij Boom: Amsterdam, 2009, 636 blz.
Dat de bijbelse geschriften gelezen kunnen worden gelezen als een ode aan lichamelijkheid kan op het eerste gehoor bevreemding wekken. Zo is in het theologische denken vanouds een zekere lichaamsvijandigheid merkbaar. Je hoeft niet te weten dat volgens de klassieke kerkvader Augustinus (354-430) de erfzonde via seksuele gemeenschap van generatie op generatie wordt overgedragen, om nu nog te merken hoezeer de beleving van seksualiteit met zonde en de beheersing van lichamelijke driften met deugd is verbonden. Ook wijsgeren hebben vanouds weinig op met het lichaam, met uitzondering wellicht van het met de rede begiftigde hoofd. Toch is er weinig reden om de rest van het lichaam niet uiterst serieus te nemen als bron van kennis en van christelijk geloof. Lezing van het onlangs in het Nederlands vertaalde boek van de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty (1908-1961), getiteld ‘De fenomenologie van de waarneming’, opent de ogen voor een degelijke dwarse interpretatie.
Lees verder »
In gesprek met Paul Frissen, in Christen Democratische Verkenningen, Amsterdam is Ameland niet, lente 2010
Voor verstandige politiek is het essentieel dat politici op afstand staan van het volk. Deze distantie is noodzakelijk om tegenwicht te kunnen bieden aan opdringerige politiek, overmatige regeldrift en controlezucht. Zelfs de lokale overheid bezwijkt steeds vaker voor deze machtige verleidingen. De ruimte voor verschil in de samenleving komt hierdoor steeds meer onder druk te staan. De leiderschapscultus en de opkomst van populistische partijen zorgen bovendien voor een benauwd politiek klimaat, waarin geen ruimte is voor verstandige afwegingen en het sluiten van noodzakelijke compromissen.
Lees verder »
Boekbespreking in Christen Democratische Verkenningen, zomer 2006
‘Het krediet van het credo’ van Ger Groot
In Het krediet van het credo probeert de filosoof Ger Groot vanuit atheïstische overtuiging iets te begrijpen van de kracht en aantrekkelijkheid van de godsdienst. ‘Niet wat de gelovige gelooft, (zijn credo) is in mijn visie het doorslaggevende in de godsdienst als reëel en praktisch verschijnsel, maar de meerwaarde (het krediet) die de feitelijke praktijk aan het leven van de gelovige verleent.’ 1) Deze positie noemt Ger Groot (zelf opgegroeid in een rooms-katholiek milieu) ‘religieus materialisme’.
Lees verder »
Boekbespreking van ‘Leven met verschil. Menswaardige verscheidenheid in een tijd van botsende culturen’ in Christen Democratische Verkenningen, zomer 2006
Religie: bron van geweld of van verzoening? Religie zou in essentie mensen met elkaar moeten verbinden tot een gemeenschap waar het goed leven is. Maar vaak staat religie voor tweespalt en conflict. Denk aan martelaren van het geloof die dood en verderf zaaien. Aan godsdienstige strijd over Jeruzalem dat als ontmoetingsplaats van verschillende religie nu niet bepaald de bedoeling van de ‘Hemelse Stad’ weerspiegelt. Of aan gewelddadige leerstelligheid in christelijke kerken, die eerder als een splijtzwam tussen mensen fungeert dan als een blijde boodschap voor eenieder. Religieus fundamentalisme is een probleem, maar dat betekent allerminst dat we religie daarmee gelijk in de beklaagdenbank moeten zetten.
Lees verder »
Bergsingelkerk Rotterdam, 2 juli 2006
Lezingen: Jesaja 58:7-10 en Lucas 20; 9-19
Ik las laatst met veel belangstelling het boek Hoe word ik een rat?
Het boek brengt de lezer de fijne kneepjes van het manipuleren en kleineren van collega’s bij.
Het beschrijft op toegankelijke en leerzame wijze de meest gore streken
en spoort de lezer aan op zelf ook ‘politieker’ te worden.
Welke belangen streven mensen na?
Over welke machtsbonnen kun je zelf eenvoudig beschikken?
Wat is je eigen niveau van ‘rattigheid?
Hoe vind je psychologische zwakheden van de tegenstrevers?
en niet onbelangrijk ook hoe kom je hogerop?
Lees verder »
Over uitmelk- strategieën en andere perverse effecten
Boekbespreking van De Intensieve Menshouderij in: Christen Democratische Verkenningen, zomer 2005
‘Voor mij is dit boek het vergeten hoofdstuk van Images of Organization van Gareth Morgan, aldus Jaap Peters, een van de auteurs van ‘Intensieve Menshouderij’ in de inleiding. 1) Gareth Morgan gebruikt in zijn beroemde internationale bestseller binnen de organisatiekundige literatuur verschillende metaforen om de organisatie te verbeelden.
Lees verder »
Bergsingelkerk Rotterdam, 4 oktober 2003
Finalist met ‘De Messias en het vrederijk’ bij de Nationale Lekenpreekwedstrijd 2003
Lezing: Jesaja 11:1-10
De Messias en het vrederijk, daar gaat het over vandaag. Tenminste, volgens de aanhef boven de NBG vertaling, die ik voor mijn preek – proeve heb gebruikt. Zo’n massieve aanhef, dat is nogal wat. Het zijn grote woorden en grote woorden zijn uit. Ze passen niet in deze tijd. Ze passen niet bij een realistische visie op het leven en de wereldpolitiek.
Lees verder »
Oecumenische Studentenkerk Rotterdam, 4 juni 2000
Lezingen: Hooglied 5, II Samuel 11. 1-5, 14-15
Ik wil het hebben over passionele liefde. Er zijn andere vormen van liefde, maar deze vorm van liefde is de heftigste, het rijkst aan verdriet, mislukkingen en ontgoochelingen. Eros is de naam bij de Grieken en Amor of Cupido bij de Romeinen. Gemis haar essentie en hartstocht haar hoogste top.
Lees verder »
Oecumenische Studentenkerk Rotterdam, 22 november 1998
Lezing: Lucas 5: 17-26
Ik zou veel verhalen kunnen vertellen over Hannah Arendt, deze Duitse Jodin uit het Königsberg van 1906, wier leven en werk diepgaand beïnvloed is door de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Die in deze oorlog het failliet zag van een filosofische traditie, waarbinnen vrijheid en verscheidenheid ontkend worden.
Lees verder »
Inleiding Oecumenische Studentenkerk Rotterdam, 23 augustus 1998
Bij Augustinus denk ik in als eerste aan zijn strijd tegen de lust.
Of aan de erfzonde waarmee we grond van de geslachtsdaad ons nageslacht bevlekken
Augustinus lijkt dus niet bepaald de man om zin te krijgen en in zijn Belijdenissen doet hij uitgebreid verslag van zijn worsteling met eros. Soms als vrouwelijke lijfigheid mijn verbeelding streelt, schiet mij een korte doch krachtig bede van Augustinus te binnen: ‘O Heer, geef mij kuisheid, maar nu nog niet’.
Lees verder »
Inleiding, Oecumenische Studentenkerk Rotterdam, 25 januari 1998
De gedichten van Guido Gezelle, priester en mysticus uit het Brugge van de 19e eeuw maken op het eerste gezicht geen indruk op mij. De woorden waarin hij zijn zoeken en zuchten naar God verpakt, zijn niet direct mijn woorden. In een tijd waarin veel lijkt te draaien om het maken van een goede eerste indruk, kan dit doorgaan voor een vernietigend oordeel, maar dat zou toch wat al te snel zijn.
Lees verder »