Boekbespreking in Nieuw Rotterdams Kerkblad, december 2012
van In andermans handen van Frits de Lange
Autonomie’ en ‘zorg’ zijn geen tegengestelde begrippen, maar hebben elkaar nodig. Deze uitdagende stellingname van ethicus en theoloog Frits de Lange, biedt broodnodige kritiek op de verwrongen opvatting van autonomie als zelfredzaamheid.
Autonomie als verwrongen dogmatiek
Het boek opent met de constatering dat de zorg op de handel na, de grootste werkgever is met 1,4 miljoen banen. Als zorg voor zovelen dagelijks werk, ja levenswerk is, zou je verwachten dat de zorgpraktijk door de samenleving gekoesterd zo worden. Maar zorg voor anderen is niet populair in onze cultuur. In deze tijd waarin autonomie en zelfredzaamheid op een voetstuk staan, is in de woorden van Jan Kuitenbrouwer: ‘Het geloof dat ieder zijn lot in eigen hand heeft en de smid van zijn eigen geluk is, is een nieuw dogma geworden dat zijn eigen verworpenen en uitverkorenen kent. Voor pechvogels is geen plaats. Wie even de weg kwijt of het spoor bijster is, is een loser. Was ziekte ooit een speling van het lot, nu is het je eigen schuld en had je maar gezonder moeten leven. ‘Kansarmen’ bestaan niet…Weg met dat ‘slachtofferdenken’. ..Het ‘verliezerschap’ is afgeschaft. Je bent misschien nog geen winnaar, maar er wordt aan gewerkt. Zelfs de troost van het slachtofferschap is de verliezers ontnomen’…
Dit boek zo stelt De Lange aanhakend bij de pijnlijk treffende analyse van Kuitenbrouwer ‘neemt het op voor de zorg voor losers. Niet door te lobbyen voor de zorg als bedrijfstak of groeisector voor werkgelegenheid, maar door tot de kern door te dringen waar zorg aan ontspringt. Het basale feit dat ons leven-voor een deel of helemaal- in andermans handen ligt. Samenleven is gebaseerd op het vertrouwen dat anderen mij niet laten vallen. Gebeurt dat wel, dan – en pas dan – ben ik verloren. We worden losers als we niet op elkaar kunnen rekenen.’
Autonomie als waardevolle horizon van zorg
Het is onzinnig dat we zelf ‘in-ons-eentje’ meester zijn over ons eigen lot. We kunnen niet zelf de wetten van ons bestaan bepalen. Autonomie is geen onafhankelijkheid en zelfredzaamheid, het vermogen van mensen om hun uniciteit vorm te geven, kunnen we niet alleen. Toch moeten we autonomie als principe en ideaal in de zorgethiek niet verlaten. Autonomie, zo schrijft De Lange, is een waardevol ideaal in de zorg als het niet vereenzelvigd wordt met de liberale idee van de mens die zichzelf tot eigendom heeft, zelf beschikkend en onafhankelijk maar met het oer menselijke vermogen om iets in de wereld uit te richten en zich zo in zijn eigenheid te bevestigen. Volgens de Lange dragen we autonomie vanaf onze geboorte met ons als elementaire levensdrift. Wie ter wereld komt, wil zo vitaal mogelijk en joyeus als uniek persoon blijven leven. Elk mens is er op uit te duren, te volharden in het bestaan en er vreugdevol ‘ja’ op te kunnen zeggen. ‘Als de levenswil toeneemt zal de mens zich hiervan als vreugde bewust worden. Het bewustzijn van een vermindering van dit vermogen is droefheid’, zo stelde Spinoza al in zijn Ethica en De Lange sluit zich hierbij aan. Mensen lijden in en aan het leven wanneer ze worden aangetast in hun vermogen om iets te kunnen, in hun vitale drang om joyeus te zijn en te blijven. Zorg is dat wat autonomie mogelijk maakt. Het idee van autonomie als ideaal moeten we daarom niet te gemakkelijk worden weggegooid. Hij gaat hiermee in discussie met collega ethicus Annelies van Heijst. Zij ageert in haar boeken al langer tegen een verwrongen autonomie ideaal in de zorg. Zij stelt voor om het zelfbeschikkingsparadigma te verruilen voor het paradigma van medemenselijke behoeftigheid: een mens is geen gesloten eenheid, maar wezenlijk met anderen verknoopt. De Lange is dat tot op zekere hoogte met haar eens. Autonomie als zelfbeschikking voldoet niet, maar dat betekent niet dat autonomie in de zorg niet als een heilzame ideaal kan fungeren, desnoods als fictie. De ander (in welke toestand dan ook) blijven aanzien als iemand die iets unieks vermag in deze wereld en van daaruit al onze aandacht op hem richten, maakt juist respectvolle zorg mogelijk.
Steun in de rug voor alle zorgdragers
Het boek beschrijft niet alleen de veranderende wereld waarin zorgwerkers werken, maar probeert ook de aard van de zorgbetrekking te analyseren. Wat is zorg eigenlijk en wanneer is zorg ‘goed gelukt’? Zorg ligt bij De Lange in het verlengde van caritas en is de gerichtheid op het laten opbloeien van anderen. Hij betoogt in aansluiting op de Deense theoloog Knud Løgstrup dat de mens van nature op goede zorg gebouwd is en dat gelukte zorg eigenlijk vanzelf gaat. Frits de Lange’s boek start een debat met collega – ethici en theologen en sluit aan bij inzichten van filosofen als Arendt, Spinoza en Ricoeur. Toch blijft het hopelijk geen boek voor geleerde vakgenoten onder elkaar. Het werk geeft namelijk voldoende leesbare en inspirerende inkijkjes in het dagelijks werk van zorgprofessionals (in gezondheidszorg, welzijnswerk, onderwijs of pastoraat) om daar als steun in de rug te kunnen dienen. In het boek kan in wezen iedere lezer inspiratie vinden, want in het zorgdragen voor anderen ligt de bestemming van elk mens. Alleen zo kan een mens in zijn eigen unieke vorm komen. Een welkome boodschap in tijden waarin de mythe van autonomie als zelfredzaamheid groteske vormen heeft aangenomen.