Trump is opgestapt. Joe Biden wil zo snel mogelijk de erfenis van Trump ongedaan maken door een aantal van zijn besluiten terug te draaien. Maar dat is makkelijk gezegd dan gedaan.
Trump erfenis is namelijk hardnekkig. Sterker, er zijn redenen aan te nemen dat de opkomst van Trump eerder een manifestatie van de tijdgeest is, dan een duidelijke breuk ermee. Het lijkt erop dat deze geestesgesteldheid diep is doordrongen in de samenleving, niet alleen in de Amerikaanse, maar ook in de Europese.
Wat is die geestesgesteldheid? Het politieke programma van Trump is uitstekend vervat in de slogan ‘America first’. Deze leus is door Arjen Lubach briljant op de hak genomen, maar moet in zijn reële werkingskracht bloedserieus worden genomen.
Winnen
Feitelijk zijn we allang besmet geraakt in met wat ik in God en Geld het Trumpvirus noemde. De algemeen-geaccepteerde en destructieve ideologie is namelijk dat de politiek, economie en religie een strijd is, waarbij het behalen van de eerste positie cruciaal is. Het gaat om winnen, om het eigen belang op de eerste plaats zetten, of dit nu het eigen geloof is, de eigen portemonnee of de eigen politieke overtuigingen. De eigen stem moet zo hard en zo vaak mogelijk worden gehoord.
Niets voor niets is Twitter heden ten dage een belangrijk communicatiekanaal, onder meer vanwege het eenrichtingsverkeer ervan. Het gaat vooral om het ‘zenden’ van je eigen boodschap naar zo veel mogelijk volgers.
Omkering
Economie wordt geacht een nogal naargeestige wetenschap te zijn, waarin het zo goed mogelijk opkomen voor het eigen belang als een deugd wordt onderwezen. Toch is juist het je kunnen verplaatsen in andermans belang de kern van het ondernemerschap.
Inlevingsvermogen in wat onze broeder (en zuster) aan lief en leed overkomen kan, het vermogen tot empathie, is volgens Adam Smith, de aartsvader van de economie zelfs de kern van alle sociale verkeer. Hij opent er zijn boek de The theory of moral sentiments en legt daarmee ook de basis voor zijn economische theorie, nader uitgewerkt in zijn The Wealth of Nations.
Alleen wanneer we andermans belang goed kunnen inschatten, is goede dienstverlening mogelijk. Volgens Smith moet ik in het handelsverkeer niet alleen maar gericht zijn op mijn eigen belang, zoals het beeld van de calculerende homo economicus suggereert. Het ligt precies omgekeerd. In het echte leven krijg je niets gedaan als je je niet verplaatst in de situatie van de ander, in het eigenbelang van de ander, zoals ik uit een exegese van deze tekst door politiek filosoof Govert Buijs leerde.
Indammen
Eenzelfde soort omkering is politiek en religieus gesproken aan de orde. Politiek wordt geacht te gaan over het verzamelen van zo veel mogelijk stemmen om daarmee zo veel mogelijk zaken gedaan te krijgen. Maar in de kern gaat het in de politiek nu juist om het indammen van machtsaanspraken en het tegengaan van het doorzetten van de wil van de meerderheid, van de ‘winnaars’ ten koste van de ‘verliezers’.
Zelfs bij een van de meest verstokte machtsdenkers zoals de filosoof Thomas Hobbes is de politiek gebaseerd op een serie afspraken (een verbond tussen volk en heerser) om het geweld te temmen. Uiteindelijk is niet het recht van de sterkste maar de sterkte van het recht constituerend voor de maatschappelijke orde. De politiek draait kortom om de kracht van onderlinge afspraken.
Religie
Bij religie staat altijd al het gehoor geven aan andermans stem centraal. De Bijbel staat vol met roepingsgeschiedenissen van mensen die zich laten storen door een appel dat van de andere kant komt.
Geloofsgetuigen laten zich uit hun eigen bubbel losbreken, al zijn er natuurlijk tal van getuigen die laten zien dat het nog best wel lastig is om andermans broeder te zijn. Zelfzucht en machtsaanspraken worden voortdurend bekritiseerd, alsook de poging God voor je eigen karretje te spannen.
Veel religieuze praktijken draaien in de kern om compassie, zoals onder anderen Karen Armstrong betoogt. Religie komt niet voor niets van religare, wat ‘verbinden’ betekent.
Gehoor geven aan andermans stem en verantwoordelijkheid dragen, is de kern die economie, politiek met elkaar verbindt. Het is de kunst om deze stem te vertolken en te vertalen. Deze kunst van het vertolken en vertalen van andermans stem wordt in de Bijbeluitleg en filosofie ook wel hermeneutiek genoemd, vernoemd naar de lotgevallen van de god Hermes die onder andere boodschapper is van de goden, van de handelaren (en de dieven!), en vredesstichter.
De kern van deze hermeneutische onderneming is dat ‘de ander wel eens gelijk zou kunnen hebben’, zoals Arie Zwiep betoogt in Tussen tekst en lezer, zijn standaardwerk over Bijbelse hermeneutiek. Het ‘ik’ is dus niet de maat van alle dingen.
Alleen door in te gaan op het appel van de ander, door verantwoordelijk te zijn, kunnen we als mens tot bloei komen. Kunnen we het leven vieren als een geschenk dat ons zomaar is toegevallen. Verbinden, vormen en vieren zijn van dit verantwoord vertaalwerk de kernwoorden.
Fundamentele aantasting
Het onvermogen je te laten storen door het appel van de andere kant, maakt economie, politiek en religie letterlijk onverantwoordelijk. De hermeneutiek keert zich dan tegen zichzelf: de vitaliteit en veerkracht van de economie, van het politieke bestel en van religieuze praktijken worden dan ernstig aangetast.
Alleen geloof hechten aan het eigen geluid, de neiging tot opblazen van het eigen ik, is niets minder dan verraad aan de kern van economie, politiek en religie.. Helaas zit dat altijd als mogelijkheid in de religieuze, economische en politieke hermeneutische praktijk ingebakken. Andermans boodschap kun je namelijk nooit helemaal recht doen, en wie valt niet voor de verleiding deze vreemde boodschappen vooral in eigen voordeel uit te leggen?
Maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid dat toch zo goed mogelijk te proberen. Om tot een oprechte inschatting van andermans belang te komen, omdat alleen zo een duurzame samenleving mogelijk is. Als alleen de leugen (of fake-news) regeert, is er simpelweg geen gemeenschappelijke wereld meer.
Resonantie
Als alleen de eigen stem wordt geloofd, ligt fundamentele vervreemding op de loer, dan komt alles wat niet mijn eigen maaksel is, mij vreemd en doods voor. Dan is de werkelijkheid absurd en verschijnt ze vooral als een te bevechten en te overwinnen hindernis.
De Duitse socioloog Hartmut Rosa noemt het vermogen om in te kunnen gaan op de roep, het appel van de ander of het andere ‘resonantie’. Het is het vermogen te kunnen luisteren naar en adequaat te antwoorden op de ander, of op de andere werkelijkheid die buiten ons ligt en die niet door ons gemaakt is.
Dat vermogen is zwaar onder druk komen staan door de hedendaagse nadruk op beheersbaarheid, op controle van al het vreemde dat aan onze greep ontsnapt. Als dat de bestuurlijke houding wordt, dan verschijnt de wereld ons ‘als agressief, als iets dat moet worden beheerst, gecontroleerd en gemonitord als een plaats van weerstand, als een afvinklijstje’, zo schrijft hij in zijn onlangs in het Engels uitgebrachte nieuwe boek The uncontrollability of the world (De Duitse originele titel ‘Unferfügbarkeit’ is veel mooier maar zo goed als onvertaalbaar).
Bekering
Zo bezien is er niets minder dan een ander mens- en wereldbeeld nodig en een andere bestuursstijl. Niet ‘ik denk dus ik ben’, maar ‘ik antwoord dus ik besta’, is daarvan de kern. Niet de wereld is een vijandig strijdtoneel en te overwinnen en te beheersen hindernis, maar een kwetsbare, levende werkelijkheid die om een antwoord vraagt.
Dan is het bijvoorbeeld nu niet alleen de vraag hoe we het virus eronder krijgen, maar ook wat het ons te zeggen heeft, qua nodige verandering qua levensstijl en levenshouding. Dan is het niet alleen zaak om zo snel mogelijk ‘back to normal’ te gaan, maar veeleer aan een ander normaal te gaan werken, naar een nieuw antwoord op de vraag naar wat goed leven is.
Dat is niet zomaar geregeld met het terugdraaien van een aantal maatregelen. Er is niets minder nodig dan wat religieus gesproken ‘bekering’ heet, een fundamenteel andere manier van kijken naar de werkelijkheid.
‘God en geld’ is onlangs onderscheiden met de Jhr. mr. A.F. de Savornin Lohmanprijs
Dit artikel verscheen in februari 2021 in het Friesch Dagblad en online op het platform het Goede Leven
Kort Interview met Clémence Ross van Dorp in CDV zomer 2014
Oud-staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en oud-CDA-Tweede Kamerlid.
Als staatssecretaris in het kabinet-Balkenende II was ze verantwoordelijk voor de totstandkoming en invoering van de Wet maatschappelijke ordening (Wmo).
‘Decentralisatie is geen doel op zich. Het moet logisch passen bij het subsidiariteitsbeginsel. De Wmo is in 2006 vormgegeven vanuit de principiële vraag van subsidiariteit, namelijk: op welke niveaus horen vormgeving en de uit- voering van het welzijnsbeleid te liggen?’
‘Ik heb gezegd: er moet een welzijnswet nieuwe stijl komen die aansluit bij de vermogens en wensen van burgers, uitgevoerd door de democratische laag die het dichtst bij de burgers staat. De taak van de landelijke overheid daarbij was om kaderstellende wetgeving te maken waarbinnen gemeenten vervolgens zelf voldoende beleidsmatige en financiële ruimte kregen om het een en ander op eigen wijze te realiseren. Dat het gebeurt moest wel goed omschreven zijn, hoe het gebeurt daarentegen niet.’
‘Voor mij persoonlijk was dat loslaten als rijksoverheid van die sturende bevoegdheid, op het “hoe”, geen enkel probleem. Het lastige was dat er weinig begrip bestond voor het uit het awbz-verzekeringspakket halen van bepaalde welzijnszaken die daar eigenlijk niet thuishoorden, maar waaraan langzamerhand iedereen gewend was geraakt. Vooral de verzekeraars hebben er groot financieel belang bij om van alles en nog wat in dat verzekerd pakket onder te brengen, met als gevolg uit de hand lopende premielasten en onnodige afhankelijkheid van de overheid.’
Lees verder »
Utrecht, Studiegroep Publieke Dialoog, 25 juni 2013
“Wat is de relatie tussen filosofie en politiek
in het kader van de Socratische dialoog?”
Dat is vraag die aan de basis ligt van deze gesproken column.
En dat alles in een minuut of vijf.
-Het moet tenslotte wel een luchtig intermezzo zijn
en het eigenlijke vervolgprogramma dat draait ‘om de aard van het publieke’
niet al te zeer onder druk zetten.-
Toch is het nogal een heftige kwestie die op mijn bord is gelegd:
niets minder dan een moord staat hierbij centraal.
De melancholieke filosofe Hannah Arendt heeft er al eens op gewezen:
het is het trauma van Plato over de terechtstelling van Socrates
die de relatie tussen filosofie en politiek bepaalt.
Alleen door dit pijnpunt onder ogen te zien zal ons en passant
iets over de aard van de socratische dialoog worden geopenbaard.
Plato was wanhopig door de dood van zijn meester.
Het was op grond van de wetten van de stad Athene
dat Socrates veroordeeld werd.
Het waren de opinies van de magistraten in de polis
die tot dit onrechtvaardige en waardeloze oordeel kwamen.
Reden genoeg voor Plato om de politiek
en de common sense waar deze op dreef ten diepste te wantrouwen.
Een taak van de filosofie is sindsdien vooral
om de onhoudbaarheid van de gangbare opinies te laten zien.
In plaats daarvan zouden ze dienaren van het ene, het absolute ware, het absolute goede
en het absolute schone moeten zijn.
Maar het probleem is dat filosofen
als ze eenmaal ook in oog met het absolute hebben gestaan,
alleen maar kunnen stamelen.
Onbegrijpelijk voor de gewone mensen op straat.
Sindsdien zijn filosofen ook nog eens totaal ongeschikt geworden
voor het normale, praktische en werkzame leven.
Vanaf de moord op Socrates staat voor Plato de politiek model
voor het geroddel, de grilligheid en tijdelijkheid van het ondermaanse,
terwijl de filosofie model staat voor het zuivere,
de eeuwigheid en de onuitsprekelijke verwondering.
Sindsdien kleeft aan de politiek een smerig imago
en wordt de wijsbegeerte door een aureool van hemelse verhevenheid omstraalt.
Politiek zou draaien om machtsspelletjes en het geweldsmonopolie van de staat.
Filosofie daarentegen, bloeit op rond een liefde voor een ongrijpbare wijsheid
die zich niet door macht verblinden laat.
Toch is dit een betreurenswaardige vertekening van de werkelijkheid.
De traumatische ervaring van de dood van zijn meester
heeft Plato verleidt tot een schets van filosofie, het politieke en ‘de’ waarheid
die rechtstreeks tegen de opvattingen van zijn meester ingaat.
Voor Socrates bestaat er geen absolute waarheid.
Waarheid is relatief en laat zich alleen in meervoud ontdekken,
in relatie met anderen, in ontmoeting en de dialoog met partners
of in gesprek met jezelf.
Waarheid is ook geen privézaak van heersers en koning-filosofen
die vervolgens aan anderen kan worden opgelegd.
Ze vooronderstelt een openbare ruimte, dat wil zeggen een publieke ruimte, waarin we elkaar als gelijken ontmoeten.
Volgens Socrates is het de kunst om het waarheidsgehalte van iedere opinie te ontdekken
en als een vroedvrouw uit de ander geboren te laten worden,
juist omdat we zelf ‘de’ waarheid niet in pacht hebben.
In de ontdekking van het waarheidsgehalte in de opinie van de ander
vinden we onze vrijheid en kunnen we ons tot verantwoordelijke burgers ontwikkelen
die gezamenlijk vorm geven aan het goede leven.
Niet eens en voor altijd, maar steeds weer opnieuw, stukje bij beetje.
Dat is de ware aard van het politieke
en het democratisch aanmodderen
dat daar onvermijdelijk bij hoort.
Precies dit wijsgerig ethos heeft Socrates ons,
over zijn graf heen, nagelaten.
En alleen vanuit deze inspiratie is een levende,
toekomst scheppende dialoog in de publieke ruimte mogelijk.
Ik heb gezegd.
Artikel in Zicht, 2011-4, kwartaalblad Wetenschappelijk Instituut SGP, december 2011
De uitdaging voor de komende twintig jaar voor de confessionele partijen is te zoeken naar een verbreding van hun agenda. Ze dreigen in zichzelf gekeerde partijen te worden met weinig aantrekkingskracht voor potentiële nieuwe kiezers. God heeft een boodschap voor de wereld waarin christenen en niet christenen wonen. Het op alle vlakken serieus nemen van de norm van publieke gerechtigheid past daarbij.
Lees verder »
Artikel in Filosofie & Praktijk, jaargang 32, nr. 2, zomer 2011
Job Cohen noemde (als burgemeester van Amsterdam) theedrinken een ideaal bindmiddel om ‘de boel bij mekaar te houden’. Theedrinken staat volgens hem symbool voor fatsoen en gastvrijheid, een van de belangrijkste steunpilaren van onze samenleving. Maar voor Wilders en consorten is voor ‘theedrinken’ in de sfeer van het politieke geen plaats, theedrinken doe je thuis met vrienden en niet met vreemden en vijanden, theedrinken is ‘soft’ en staat voor gebrek aan daadkracht en een ontkenning van het gewelddadige karakter dat onvermijdelijk aan het politieke kleeft. Ook binnen de politieke filosofie neemt, geïnspireerd door de denkbeelden van Carl Schmitt, dit antagonistische machtsmodel gericht op vijandschap, conflict en de regulering van geweld een steeds belangrijker plaats in. Toch zouden we er goed aan doen de politieke deugd van het theedrinken weer te herontdekken. De politieke filosofie van Paul Ricoeur en Hannah Arendt kan ons daarbij behulpzaam zijn.
Lees verder »
Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, februari 2011
De PVV spreekt in uiterst negatieve termen over ‘de islamisering van Nederland’ en wil bij monde van Wilders ‘de waarheid spreken over de verderfelijke ideologie die islam heet’. Hoogste tijd om een ander, positief licht over de islamisering te laten schijnen.
Lees verder »
In gesprek met Ernst Hirsch Ballin, Aart Jan de Geus & Pieter van Geel, in CDV, winter 2010
Ernst Hirsch Ballin, Aart Jan de Geus en Pieter van Geel waren minister en staatssecretaris in de kabinetten-Balkenende. Nu maken ze – afzonderlijk – de balans op van het regeringsbeleid van de afgelopen acht jaren. De successen op sociaaleconomisch terrein staan voor hen buiten kijf. Alle drie benadrukken hoezeer de langetermijnoriëntaties in de politiek steeds meer onder druk zijn komen te staan.
Lees verder »
In gesprek met Paul Frissen, in Christen Democratische Verkenningen, Amsterdam is Ameland niet, lente 2010
Voor verstandige politiek is het essentieel dat politici op afstand staan van het volk. Deze distantie is noodzakelijk om tegenwicht te kunnen bieden aan opdringerige politiek, overmatige regeldrift en controlezucht. Zelfs de lokale overheid bezwijkt steeds vaker voor deze machtige verleidingen. De ruimte voor verschil in de samenleving komt hierdoor steeds meer onder druk te staan. De leiderschapscultus en de opkomst van populistische partijen zorgen bovendien voor een benauwd politiek klimaat, waarin geen ruimte is voor verstandige afwegingen en het sluiten van noodzakelijke compromissen.
Lees verder »