Er is een gevaarlijke angst in de samenleving voor het vreemde, het abnormale, het ongewone. We staan niet alleen argwanend tegenover mensen met een dubbele nationaliteit, maar ook negatief tegenover zo ongeveer alles wat ‘abnormaal’ is. Deze neiging het afwijkende tot een probleem te verklaren is gevaarlijk.

door Jan Prij
De auteur is filosoof, econoom, lekenpreker en publicist. Ook is hij redactiesecretaris van het politiek-wetenschappelijk kwartaalblad Christen Democratische Verkenningen

Een mythische vertelling van de oude Grieken gaat over Procrustes, een inhalige herbergier met een wel heel aparte vorm van gastvrijheid. Hij beroofde vreemdelingen die niets vermoedend langskwamen van al hun bezittingen, na hen op uiterst pijnlijke wijze de maat te nemen.
Hij gaf ze een copieuze maaltijd te eten en nodigde ze daarna uit de nacht door te brengen in een bijzonder bed. Als de gasten te klein waren dan rekte hij ze met geweld uit tot de maat van zijn model-bed. Als ze te lang waren dan zaagde hij de uitstekende delen ervan af.
In de stijlvolle, maar wat verhullende woorden van Stephen Fry, de beroemde Britse herverteller van Griekse mythen: ‘Veel reizigers lieten zo het leven in dit infernale huis.’
Het tragische is: hoe rationeler we de werkelijkheid in onze greep proberen te krijgen, hoe meer ze ons ontsnapt

Hoewel het geweld van dit Procrustesbed spreekwoordelijk is geworden, bezorgt het weinig mensen tegenwoordig nog de koude rillingen. Het is tenslotte maar een verhaal uit oude vervlogen tijden, een mythe.
Wij zijn beschaafd en hebben primitieve vormen van geweldsuitoefening achter ons gelaten. We hebben het vuur onder controle gekregen en zijn met succes uit onze holen gekropen. Via wetenschap en techniek hebben we de wereld aan onze voeten gekregen en zijn we succesvol de rationele weg van de vooruitgang ingeslagen. We laten ons niet meer bevangen door mythische verhalen, zo is de gedachte.
Maar het tragische is: hoe rationeler we de werkelijkheid in onze greep proberen te krijgen, hoe meer ze ons ontsnapt. Naar de mate waarin we geesten trachten uit te bannen, keren ze als verdrongen spoken terug.

Normaliseringsdwang als kenmerk
Tegenwoordig is de neiging het afwijkende te amputeren groter dan ooit. Wij ‘modernen’ herkennen niet eens dat we de geest van Procrustes nooit achter ons gelaten hebben. Zijn geest tiert welig en is in veel gestalten van het politieke leven werkelijkheid geworden. Waar bij de Grieken de ‘polis’ nog stond voor de mogelijkheid om met elkaar te verkeren als een gemeenschap van gelijken waarin ruimte is voor elkaars anders zijn, is dat in moderne tijden steeds minder het geval.
De verborgen waarheid van de moderne cultuur is dat we nog steeds zeer onder normaliseringsdwang lijden. Wat is de moderne wetenschap anders dan een poging om irrationaliteit, het onredelijke, het onlogische, het onvoorspelbare uit te bannen? Waar alles wat niet in de strakke disciplinaire hokjes van de wetenschappen past terzijde wordt geschoven of eenvoudigweg niet gezien, conform het adagium What my net can’t fish is not fish?

Eenheidsdenken is de toon aan gaan geven, waarbij de essentie van dingen belangrijker werd dan de veelheid van verschijningsvormen
Volgens Hannah Arendt is de sociale wetenschap erop gericht om de onvoorspelbaarheid uit te bannen en alle diverse vormen van menselijk handelen te reduceren tot voorspelbaar en wetmatig gedrag van de model-mens. In het mainstream denken dat zich al vanaf Plato aan de mythe tracht te ontworstelen is menselijke vrijheid een gevaarlijk gegeven. Dat botst met het menselijk streven de zaken te beheersen en in de hand te houden.
Vanaf toen is een eenheidsdenken de toon aan gaan geven, waarbij de essentie van dingen belangrijker werd dan de veelheid van verschijningsvormen. En de perfecte hemelse modelmatigheid werd idealer dan de aardse rommeligheid van alledag. Arendt zag een grootschalige uniformeringsdrang ontstaan die funest zou uitpakken voor diversiteit en menselijke pluriformiteit, uitlopend op de totalitaire systemen van de twintigste eeuw. Want wat objectief bestudeerd kan worden, kan ook onderworpen worden en in precies deze zin is het adagium ‘kennis is macht’ minder onschuldig dan het lijkt.

Afwijkingen disciplineren
Ook volgens Michel Foucault is de moderne menselijke geschiedenis een grote poging om het afwijkende uit te drijven, dan wel te disciplineren. Zo is niet alleen de geboorte van de gevangenis een geschiedenis van disciplininair toezicht en straf, van wat hij later ‘de normaliseringsmacht’ zou gaan noemen.
Ook andere burgerlijke instituten zoals gezinnen en scholen leren ons vooral om ons ‘normaal’ te gedragen. Sterker nog: Foucault stelt dat dat de huidige gouvernementele bestuurstechnieken van de moderne staat instrumenten zijn om te waken over de goede gezondheid van de bevolking en om daarmee normaliseringsmacht uit te oefenen, zo schrijft hij met zoveel woorden in De geboorte van de biopolitiek.
Arendt en Foucault kenden het gewelddadige effect van de normaliseringsdwang van binnenuit. Arendt als gevluchte Duitse jodin en Foucault als homoseksueel
Voor ‘de normalen’ klinkt deze wijze van volksdressuur op het eerste oor nog vrij abstract en onschuldig. Maar de werkelijkheid ziet er voor de ‘abnormalen’ praktisch gezien toch echt een stuk akeliger uit.
Arendt en Foucault konden het weten. Ze kenden het gewelddadige effect van de normaliseringsdwang van binnenuit. Arendt, gevlucht als Duitse Jodin, was een outcast voor de toenmalige nationaalsocialistische ideologie waarin alleen übermenschen bestaansrecht hadden en alles wat ‘onzuiver’ was niet meer mocht bestaan. Michel Foucault was homoseksueel in een tijd dat dit nog alles behalve ‘normaal ’was en tot de letterlijk verdrongen werkelijkheid behoorde, ook voor Foucault zelf.

Discriminatie en institutioneel racisme
Tot op de dag van vandaag geven ook talloze voorbeelden uit dit land weer dat de normaliseringsdwang nog lang niet verdwenen is. Allen al zeer populaire Nederlandse volkswijsheden als ‘Doe normaal dan doe je al gek genoeg’ en ‘steek je hoofd niet al te zeer boven het maaiveld uit’ doen vermoeden dat de tijd van het koppensnellen nog niet voorbij is.
Neem alleen al de belastingdienst, waar discriminatie en institutioneel racisme op basis van afkomst aanwezig is. Mensen met een dubbele nationaliteit die in geen enkel hokje passen, zijn alleen daarom al een problematische afwijking met een verhoogd risico op fraudegedrag. Uit onderzoek van de Nationale Ombudsman blijkt dat de systemen systematisch mensen die buiten het normale patroon passen discrimineren en achterstellen.
Ook kinderen persen we steeds strakker in het keurslijf van de normaliteit. Wat buiten het gemiddelde valt is problematisch en wordt als ‘niet normaal’ gezien
Maar het gaat nog verder. Volgens de dienst die jarenlang systematisch op fraudejacht ging, zijn alle ontvangers van de kinderbijslag potentieel frauduleus. Volgens het keurslijf van de homo economicus waarin men ze ging persen, waren die ouders het beste te beschouwen als rationele individuen die puur op eigen voordeel uit zijn. Om niet onnodig dief van de eigen portemonnee te zijn, schrikt deze economische modelmens, geheel volgens het bijpassende script, er immers niet voor terug de overheid ten bate van eigen voordeel op te lichten door het niet zo nauw met de regels te nemen.

Diagnosedrift en DSM-logica
Of neem scholen. Ook kinderen persen we steeds strakker in het keurslijf van de normaliteit, schrijft Sanne Bloemink op basis van eigen ervaringen met haar kind in Diagnosedrift. Hoe onze labelcultuur de kinderen tekortdoet. Wat buiten het gemiddelde valt is problematisch en wordt als ‘niet normaal’ gezien. Klassen vol ‘probleemkinderen’ en kinderen met een label waarmee ‘iets’ is. ‘De tolerantie voor verschil neemt af’, schrijft zij.
Dat is zorgelijk. De afgenomen tolerantie voor anders-zijn is niet alleen een vorm van kapitaalvernietiging maar ook stressvol voor betrokkenen.
Of neem het handboek voor de hedendaagse psychiatrie, waar alles wat een mens mankeren kan keurig via productdiagnose-combinaties in kaart is gebracht volgens de gouvernementele besturingslogica van het zorgsysteem, waarin verzekeringen, zorginstellingen en overheid participeren. De nieuwste versie ervan – DSM-5 – puilt inmiddels uit met tal van stoornissen waarvan de ‘premenstruale stemmingsstoornis’ een van de nieuwste is. Hoewel ik daarover als man niets kan zeggen, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat in toenemende mate steeds meer ‘normaal gedrag’ als afwijkend wordt gezien.

Van de wieg tot het graf
Het moderne leven wordt van de wieg tot het graf gemonitord, vanaf het eerste bezoek aan het consultatiebureau tot aan de laatste snik. Overal zijn regels voorschriften, gedragscodes, etiketten, benchmarks, protocollen algoritmes en scripts om leven en sterven systematisch in kaart te brengen en te normaliseren.
Ook in regeringskringen is het al enige jaren bon ton om de zorgen van de ‘gewone Nederlanders’ serieus te nemen, daarmee een scheidslijn creërend tussen de ‘normale’ en de ‘abnormale’ Nederlanders wier zorgen blijkbaar minder zwaar tellen.
Neem de presentatie van het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst, van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie op 10 oktober 2017 door Mark Rutte. ‘Er ligt nu een akkoord waarbij gewone, normale, Nederlanders er echt op vooruitgaan’, zo stelde hij triomfantelijk vast.
Ik weet nog dat ik verbijsterd dacht: wat moet ik daar nu mee? Want wat of wie is in hemelnaam ‘normaal?’ En bovendien: tegen het verwijt ‘niet normaal’ te zijn kan iemand zich onmogelijk verdedigen.
Het vreemde is niets minder dan een bedreiging van de openbare orde geworden
Ooit ben ik zelf als ‘abnormaal’ gediagnosticeerd. Als licht spastische kleuter ging knutselwerk mij slecht af en bewoog ik mij ‘niet normaal’. Om ongelukken te voorkomen deed ik niet mee aan kringspelletjes die toch maar te wild zouden zijn en werd ik apart gezet op school. Zo werd ik letterlijk en figuurlijk een buitenbeentje.
Vanwege mijn toenemende onhandigheid en groeiende motorische achterstand was het opgetrommelde leger van deskundigen het er al snel over eens dat de LOM-school een passend schooladvies zou zijn. Het is aan de weerstand van mijn ouders te danken, die in mij een bijzonder pienter jochie zagen, dat ik niet door een uitsluitende normaliseringsdrang klein ben gehouden en via de reguliere lagere school mijn kans kreeg om op te bloeien.

In verwarde staat
Het beste boek van de afgelopen tijd dat de ervaring van uitsluiting en normaliseringsdrang van binnenuit beschrijft, is ongetwijfeld In verwarde staat. Een kritiek van de politiek van normaliteit van Karlijn Roex. Zij schrijft als jonge sociologe die zelf ‘verward’ is genoemd scherp en vernietigend over ‘een politiek die ongekend onderdrukkend uitpakt voor de afwijkenden van deze tijd.’
Binnen de perfecte veilige orde van de ‘normalen’ worden minderheden risicogroepen en is afwijkend gedrag een probleem dat gecontroleerd moet worden, dat in beeld moet komen en niet onder de radar mag blijven. Waarom? Eenvoudigweg omdat de ‘gewone burger’ het recht heeft om niet gestoord te worden. Het vreemde is niets minder dan een bedreiging van de openbare orde.
Om te voorkomen dat zaken uit de hand lopen moet elk aspect van het verwarde leven worden gecontroleerd, gesurveilleerd en gecorrigeerd worden
Zij analyseert van binnenuit de geboorte van wat de ‘verwarde persoon’ is gaan heten. Na incidenten als de aanval op Koninginnedag in 2009 in Apeldoorn en vooral de tragische moord op Els Borst in 2015, is in rap tempo een toenemend aantal mensen gediagnosticeerd als ‘verward’ en daarmee als potentieel gevaarlijk voor de samenleving. Vooral nadat er een beleidscommissie ‘Aanjaagteam Verwarde Personen’ is geformeerd om ‘tikkende tijdbommen’ in onze maatschappij die ‘op ontploffen’ staan te gaan ontmantelen.
Deze schrikwekkende ontwikkeling past feilloos in een bange risicosamenleving die zichzelf op tal van terreinen verdedigt tegen vreemde invloeden van buitenaf en waarbij de crisis het ‘nieuwe normaal’ is geworden. Om te voorkomen dat zaken uit de hand lopen moet elk aspect van het verwarde leven worden gecontroleerd, gesurveilleerd en gecorrigeerd worden.


Vrijheidsbeperkingen
Het probleem is, zoals Roex laat zien, dat de diagnose erger is dan de kwaal. Zij beschrijft minutieus hoe ‘abnormaal’ een probleem werd en hoe wat normaal is wordt bepaald door wat Tocqueville ‘de tirannie van de meerderheid’ noemt. Hoe bestuurders een slecht verantwoorde agressieve aanval op diversiteit inzetten onder het mom van bescherming van de samenleving. Hoe de politie systematisch vooroordelen tegen de geabnormaliseerden of andere buitenstaanders of outsiders heeft. Hoe de ‘datadubbels’ van de opsporingssystemen het leven van mensen met een psychische aandoening (maar in de wezen van welke andere persoon dan ook die afwijkt van wat gemiddeld is en dus niet-normaal is) het leven behoorlijk zuur maken.
Zij schrijft dat aan de ‘verwarden’ ernstige vrijheidsbeperkingen kunnen worden opgelegd zonder dat er strafbare feiten zijn gepleegd, alleen al vanwege het mogelijke gevaar dat zij kunnen zijn voor zichzelf en anderen. En hoe buitenproportioneel deze dwangzorg is.
Zo zijn ‘normalen’ verhoudingsgewijs veel moorddadiger dan de verwarden. Het kwaad zit niet bij de ‘abnormalen’ maar in de systemen die hen knellen. Volgens haar is het nodig het kwaad te normaliseren en aan de kaak te stellen wat Arendt ‘de banaliteit van het kwaad’ heeft genoemd. Het grootschalige kwaad zit niet in de ‘verwarde’ persoon, of in de doorgedraaide gek, maar in de normale rationeel functionerende systemen die een de-humaniserende angst tegenover de excentrieke ander stimuleert.

De ketenen loslaten
Nu het ‘niet- normale’ zich in de huidige mediale logica vooral in de vorm van het coronavirus manifesteert, zal de neiging om het ‘abnormale’ uit te bannen ter wille van veiligheid en gezondheid van volk en vaderland alleen maar sterker worden. Maar, zo moge inmiddels duidelijk zijn geworden, de bijbehorende dashbordpolitiek van sturen, monitoren, controleren en corrigeren is al veel langer onder ons.
Het is nu tijd om de ketenen van de normaliseringsdwang die al het afwijkende met geweld uitdrijft te herkennen en los te laten
Ook de huidige post-corona-bewegingen om naar een ‘nieuw normaal’ toe te groeien bevestigen eens te meer dat de normaliseringsdwang terug is van nooit weggeweest. Het is alleen meer zichtbaar geworden.
Het is nu tijd om de ketenen van de normaliseringsdwang die al het afwijkende met geweld uitdrijft te herkennen en los te laten. Het is oneerlijk en gewelddadig, en vormt een bedreiging van de vrijheid in de democratische politieke orde die alleen maar bij de gratie van het kunnen omgaan met verschillen kan bestaan. Het is een aantasting van de menselijke waardigheid, een bedreiging van de pluriformiteit en uniciteit van de mens.
Uniek
Het eenvoudige punt is: heeft u ooit een normaal mens ontmoet en beviel het? Er zit bij ons allemaal wel ergens een steekje los. We zijn allesbehalve perfect en behoorlijk krakkemikkig. We hebben ook geen enkelvoudige identiteit. We zijn allemaal ‘abnormaal en niet in hokjes te stoppen (‘al zou ik je het liefst in een doosje willen doen’ naar de aloude tophit van Annie M. G. Schmidt; het dreigende vervolg van het lied is vermoedelijk maar weinigen opgevallen).
De diversiteit tussen mensen die in verschillende groepen worden ingedeeld is even groot als tussen de groepen onderling. Simpelweg omdat mensen uniek zijn, dat wil zeggen: oneindig divers.
We hoeven onszelf geen geweld aan te doen en in vrijheid en diversiteit hoeven we geen gevaar te zien
We hoeven daarom niet afhankelijk te zijn van hokjesgeest en protocol, maar kunnen ook zelf nadenken. We hoeven de diversiteit en abnormaliteit niet uit te drijven, maar kunnen er wel mee leren omgaan, in de klas of op de werkvloer. We hoeven onszelf geen geweld aan te doen en in vrijheid en diversiteit hoeven we geen gevaar te zien.
We zullen alleen bescheidener moeten zijn en minder moeten hameren op het aambeeld dat we het leven naar eigen goeddunken naar de hand kunnen zetten. We zullen afscheid moeten nemen van het idee dat we het beschavingsniveau van de oude Grieken definitief ontstegen zijn. Voor hen zal ‘onze heerlijke nieuwe wereld’ onvermijdelijk als barbaars voorkomen, minstens zo afschrikwekkend als dat bed van Procrustes.

Dit artikel is eerder verschenen in het Friesch Dagblad online 4 augustus 2020 en op papier