Spreken over God

Publicaties, 20 januari 2011, door Jan Prij

Laffe PKN-nota stap terug in de tijd

 

Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, januari 2011

Afgelopen november heeft de Generale Synode van de PKN de nota Spreken over God uitgebracht. Het is een vreemde en teleurstellende nota. Vreemd, omdat daarin met een zekere trots het gesprek met criticasters niet wordt aangegaan. Teleurstellend, omdat met dit schrijven een beweging terug in de tijd wordt gemaakt, waarbij kerkdeuren niet open maar dicht gaan.

Gesprek niet nodig
De nota is mede verschenen naar aanleiding van het boek ‘Geloven in een God die niet bestaat’ van de atheïstische dominee Klaas Hendrikse, die openlijk het bestaan van God in twijfel treft. Maar over hem geen woord, noch over de vele andere denkers en zoekers die niet meer geloven in een God als hoogste zijnde, maar toch over hem niet uitgepraat raken. Op 11 november 2010 is, tijdens de Generale Synode in Lunteren, de inhoud van de nota zonder al te veel rumoer unaniem aangenomen door 150 aanwezige synodeleden.

Het bizarre is, dat de nota niet expliciet ingaat op de criticasters waartegen het zich denkt te verweren. In deze nota wordt gesproken over God (als een bepaalde vaststaande inhoud), maar wordt het gesprek met anderen niet aangegaan. Deze houding klemt des te meer, omdat de nota wel bedoeld lijkt om binnen de veilige muren van de eigen kerk tot allerlei gesprekken te leiden; daartoe worden in een slothoofdstuk, onder het kopje ‘pastorale handleiding’, zelfs enige gespreksvragen aangereikt; het versterkt de indruk dat men in Lunteren niet alleen het Opperwezen begrijpt, maar ook feilloos aanvoelt wat goed voor u is en wat wel en niet door de beugel kan.

De Heilige Schrift als enige bron
De belijdenis van de drie-enige God wordt tot tweemaal toe aangehaald, als de onomstotelijke kern van het christelijk geloof. Met verwijzing naar diverse bijbelteksten en naar de kerkorde artikel 1 lid 3: ‘Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift, als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, de drie-enige God, Vader, Zoon  en Heilige Geest.’ En zo stelt de nota, dit belijdend spreken is ook ‘nee’ zeggen: ‘De kerk wordt opgeroepen het belijden te toetsen bij het licht van de Heilige Schrift (cursivering in het orgineel).

De Heilige Schrift is niet alleen bron, maar ook norm. Dit betekent dat, waar het om verkondiging en dienst gaat, over God niet alles gezegd kan worden … ‘De kerk weert, wat haar belijden weerspreekt.’  Maar problematisch is nu juist, dat in onze huidige agnostische cultuur zulk stoer kerkelijk spreken in hoge mate betekenisloos is geworden. Het gegeven dat verreweg het grootste deel van de mensen aan zo’n belijdenis geen boodschap meer heeft, zal de kerkleiders van de PKN echter worst wezen. Men heeft God veilig in een doosje gestopt, waar ie alleen nog door enkele kerkmensen van de juiste snit te bewonderen zal zijn.

Bij unanieme acclamatie wordt hiermee het werkelijke gesprek tussen verschillende geloofsopvattingen bij voorbaat zinloos verklaard. Andersgelovigen – remonstrant, jood, liberaal of moslim – hebben het namelijk allemaal inhoudelijk bij het ‘foute’ eind. En ook de rooms-katholieken uiteraard, omdat deze vanouds veel meer bronnen dan de Schrift alleen de lof over God laten zingen.

Waar is de oecumenische gezindheid  gebleven?
Synodeleden van de PKN trekken zich met deze nota achter de vestingmuren van de eigen kerk terug. Eenzelfde beweging  is trouwens ook binnen de rooms-katholieke kerk waarneembaar. Het lijkt mij een fatale misvatting van wat geloven werkelijk inhoudt. Eerbied voor het goddelijke bestaat niet uit respect voor binnenkerkelijke formuleringen die pretenderen het vast te leggen, maar in het respecteren van het maatschappelijk debat, waarin we het proberen te benaderen. Niemand heeft de waarheid in pacht, maar in de voortdurende gezamenlijke zoektocht naar sporen van God kan pas iets van de waarheid en goedheid die ons draagt aan het licht komen.

God is in de woorden van de onlangs overleden theoloog Anton Houtepen een ‘open vraag’; niet vast te leggen of lokaliseerbaar, maar wel denkbaar en ervaarbaar in ontmoeting, in leefvormen van vertrouwen, verlangen, verzet en  vergeving. De kern van geloven is nu juist steeds opnieuw taal en teken te vinden, om aan die ervaringen uitdrukking te kunnen blijven geven. De kern van geloven is daarmee ook, dat religieuze uitingsvormen niet voor eeuwig vaststaan, maar voortdurend in bewging zijn, omdat alleen zo de Eeuwige met ons op de loop kan blijven gaan.

Ontmoeting
Ik weet het: dit stukje is nogal kritisch uitgevallen. Maar het is nogal wat dat hier op het spel staat. Met deze PKN-nota gaan de kerkdeuren (weer) potdicht. Hoewel ik persoonlijk de wijze waarop Hendrikse in zijn werk de Godsvraag te lijf gaat, nogal plat en humorloos vind, deel ik zijn verzuchting naar aanleiding van de resultaten van deze Generale Synode geheel: ‘In zo’n kerk hoor ik niet thuis.’

Gelukkig zijn er veel kerken die zich niets van ambtelijke nota’s over God aantrekken en voor wie het gesprek en de ontmoeting met de buurt en met de ander wél essensieel is. Alleen door zo te beginnen, kan onverwacht en als bij toeval iets van God aan het licht komen. Omdat de wereld, en niet de kerk, Gods Akker is.

Thema: