Rotterdam, Buurtkerk, 30 juni 2013  
Lezingen: 1 Koningen 19-19-21, Lucas 9:51-62

Pas las ik het boek Ja,-maar, wat als alles lukt? van Berthold Gunster.
Hoe komt het dat we zo vaak niet doen wat we ten diepste willen?
Waar komt toch die innerlijke stem vandaan die ons ervan weerhoudt
ten volle te leven?
De stelling van het boek is dat we vaak een “ja-maar” houding aannemen.
Vanuit een “ja-maar” perspectief zien we vooral de beren op de weg,
de praktische bezwaren en de onmogelijkheden van een goed idee.
Vanuit een houding die de schrijver een ‘ja-en’ houding noemt
zie je de beren én de weg,
Je ontwikkelt een open houding met oog voor kansen en mogelijkheden,
zonder je door praktische bezwaren al bij voorbaat te laten stoppen.

Vanuit de “ja-maar” houding zeggen we:
Ja, ik zou een fantastisch leven kunnen hebben, maar..
ik ben nu eenmaal te jong of te oud, te ziek of te zwak,
‘k heb vreemde verlangens en wensen en allerlei gebreken.
Of we zeggen: Ik barst van het talent voor deze wereld,
maar ja, niemand die het ziet.
Ja, ik zou bergen kunnen verzetten, maar er komen steeds anderen op mijn pad die mij in de weg zitten.
Dat fantastische leven van jou zou wel kunnen misschien
maar ja, be real, er is zoveel rottigheid in de wereld.

Ik moest aan deze “ja- maar” houding denken
bij het lezen van het evangelie verhaal van vandaag.
Wanneer Jezus zegt: ‘Volg mij’
ziet de één na de ander allerlei praktische bezwaren
om dat vooral nu nog even niet te doen.
Ze zeggen: “Ja-maar Heer, sta me eerst toe
terug te gaan om mijn vader te begraven of:
“Ik zal u volgen Heer, maar laat mij eerst afscheid nemen
van mijn huisgenoten.”

Volgens Jezus is deze ja-maar houding niet zo geschikt
om het Koninkrijk van God te kunnen bereiken.
Tegen de man die eerst zijn vader wil begraven zegt hij:
‘Laat de doden hun doden begraven,
Ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.’
En tegen degene die eerst afscheid wil nemen van zijn huisgenoten zegt hij:
‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken,
is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’

Het is alsof Jezus zegt:
Hou op met altijd dat “Ja-maren”
Zie niet alleen bezwaren en blijf niet staren op het verleden
Blijf niet hangen bij je familie en vrienden
ik heb een veel fantastischer, grootser en uitdagender leven voor je in gedachten
Wat dacht je ervan samen om op weg te gaan naar het Koninkrijk van God?

Het verhaal gaat er over hoe die weg naar het koninkrijk eruit ziet.
Hoe we kunnen denken in termen in “Ja-en” in plaats van “ja-maar.”
Om dat goed te zien moeten we eerst even terug naar het begin van het verhaal.

Jezus is op weg naar Jeruzalem en hij stuurt boden voor zich uit
naar een Samaritaans dorp.
Maar de dorpelingen willen hem niet ontvangen,
omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was.
Er is vijandschap tussen de Samaritanen en de Joden
Dat Koninkrijk van God is mooi,
maar de Samaritanen vinden dat zij daar thuis horen
en de Joden vinden juist van niet.
want de Samaritanen erkennen wel de Thora, maar niet de profeten.
Ze zien Jeruzalem niet als een heilige stad,
in plaats daarvan is de berg Gerizim hun heilige plaats.
Volgens Jezus is die vijandschap onzinnig
De kemphanen hebben precies datgene waar het om draait niet begrepen.
We moeten heiligheid niet zoeken in een bepaalde stad of op een bergtop.
Nee, zoek het in ieder mens. Hij of zij is het waard om te koesteren
als een onvervangbaar en kwetsbaar kind van de Eeuwige.
Daar draait het om in het Koninkrijk van God
Iedereen en alles past daarin, het is niet “Ja-maar.. wij wel maar zij niet
of: ik niet, maar jij wel. Het is allebei samen. Het is “Ja-en.”

Daarom wijst Jezus zijn leerlingen Jacobus en Johannes zo streng terecht.
Zij willen namelijk over de Samaritanen vuur doen neerdalen.
Wilt u dat wij vuur uit de hemel aanroepen dat hen zal verteren?
Zij willen de Samaritanen vernietigen
vanwege hun grove en ongastvrije weigering Jezus te ontvangen
en vanwege hun foute geloof en vanwege hun foute land.

Maar zo zijn we volgens Jezus niet getrouwd.
Zo zullen we niet in Jeruzalem aangekomen,
zo zullen we nooit het beloofde land bereiken, zo ziet de bevrijding er niet uit.
Niet met vernietigende wapens. Niet door muren van ja-maar-bezwaren tussen mensen op te trekken.
Jezus laat zich niet verlokken tot zo’n gewelddadige confrontatie
en gaat gewoon naar een ander dorp,
omdat er meerdere wegen naar Jeruzalem leiden.

Precies dat heeft Elia uit de eerste lezing van vandaag ook ervaren:
Dat het koninkrijk van God niet te bereiken is
door mensen te vernietigen die op je pad komen.
en dat andere wegen veel beter werken.
Je moet weten: Elia, zijn naam betekent ‘Hij alleen is God’
is nogal een opvliegend baasje, een wildebras een geweldenaar.
De hoofdstukken voorafgaand aan het hoofdstuk van vandaag
leren we hem kennen als een godsdienst- ijveraar en een moordenaar.
Hij heeft namelijk wel vuur uit de hemel laten neerdalen
en alle Baalpriesters bruut afgeslacht,
maar in deze moordpartij is ook iets in Elia doodgegaan.
Nu hij zich zelf onverschilligheid is geweest over het leven van anderen,
maakt ook zijn eigen leven niet meer uit.
Hij raakt in een depressie en gaat zitten onder een struik om dood te gaan.

Dan komt hij een engel tegen die hem aanraakt en zegt:
“Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je”
Hij gaat door de woestijn naar de berg Horeb
en daar komt hem net als ooit bij Mozes de Eeuwige voorbij.

Niet in de storm, niet in het vuur, niet in de aardbeving, niet in het geweld. Maar in de koelte van een zachte bries, als een tedere ademtocht.
Deze ontmoeting verandert Elia en er stroomt weer leven in hem.
Hij laat zijn wapenen achter zich en is als herboren.

Het is precies het moment waarop de eerste lezing van vandaag begint.
Elia gaat weg van de berg Horeb, komt Elisa tegen die aan het ploegen is
en werpt hem zijn profeten mantel toe.
Laat mij afscheid nemen van mijn vader en moeder,’ zei Elisa, ‘dan zal ik met u meegaan.’ ‘Doe wat je wilt,’ zei Elia door schade en schande wijs geworden:
‘ik dwing je nergens toe.’
Elisa neemt de profetenmantel van Elia aan en samen gaan ze op weg.
Elisa: Zijn naam betekent ‘God die bevrijdt’
Het niet meer alleen ‘Hij alleen is God’ dat de klok slaat.
Er klinkt daarnaast nog iets veel mooiers
“God Hij alleen is het, die zonder dwang of geweld
mensen vrijmaakt van hun boeien.

Ja, het zijn schitterende verhalen
maar daar kun je vandaag de dag toch niets meer mee?
Voor je het weet klinken er weer allemaal aan Ja-maren:
Ja. Dat koninkrijk van U over bevrijding van alle mensen en zo,
is prachtig, maar je ziet er toch niets van in de praktijk?
Kunnen we niet beter veilig thuis bij eigen huis en haard blijven zitten?
Ja, zo’n uitnodiging om er op uit te trekken is mooi
maar sommige zaken zullen toch nooit veranderen in de wereld.
Er zullen altijd gelovigen en ongelovigen, meesters en slaven,
heersers en knechten, gelukkigen en ongelukkigen zijn.
Er is nu eenmaal goed en fout, zwart en wit.
Er zijn vreemden en bloedverwanten die altijd een streepje voor hebben.

Maar Jezus wil in de geest van Thora en profeten
de macht van zulke ijzeren natuurwetten breken.
de cynische weg van “ja, maar.. eigen volk, eigen geloof en eigen land eerst,
wil hij niet gaan.
Hij kiest een ander pad van geloof, hoop en liefde
en anderen hebben met succes dat spoor gevolgd:
Zo droomde Martin Luther King
van gelijke rechten voor zwarte mensen en witte mensen.
Een onmogelijke droom zei men en toch…
Of neem Nelson Mandela:
Hij oefende geen wraak uit op zijn tegenstanders in Zuid-Afrika
die met de bijbel in de hand de apartheid hadden verdedigd en hadden gezegd:
“ja dat Koninkrijk van God. prima voor ons!
maar ook met die zwarten daarin?” No way. Over my dead body.”
En ze stopten hem in de gevangenis.
Mandela zei daarop alleen maar “ja- en”?
Hij liet zich niet stoppen door angst en wrok
omdat hij wist van het suizen van een zachte bries,
de kracht van vergeving die de keten van geweld breken kan
En hij maakte van zijn vijanden bondgenoten in de strijd om een betere wereld.

Het is de “Ja-en” houding van inspirerende mensen tot op de dag van vandaag
Met hun zienswijze creëren ze een nieuwe bevrijdende kijk op de werkelijkheid.
En hoewel hun basishouding toekomstgericht is,
leven ze voortdurend in harmonie met het moment, het hier en nu.
Ze weten om te gaan met tegenslagen en maken van de nood en deugd.
Ze zien de beren én de weg die van alle mensen ongeacht geloof, huid, land en economische positie, kinderen van God maakt.
Zij laten zich niet binden door de ketenen van het verleden,
kijken verder dan hun neus lang is en gaan nieuwe onbekende wegen.

“Ja-maar” zo kunnen we opnieuw zeggen:
Ik ben toch Martin Luther King niet of Nelson Mandela,
Geen moeder Teresa of Florence Nigtingale
Zo’n heilige te zijn, dat kun je toch niet van mij vragen?
Inderdaad dat hoeft niet. Juist niet!

Er klinkt zoiets als:
“Ik héb hen al geroepen en nu roep ik jou om je eigen weg met mij te gaan.
Wees geen kopie van anderen, ook al is hij of zij de heiligste van allen
Jij zelf bent uniek en heilig voor mij, oneindig kostbaar in mijn ogen
met heel je lijf en leden, je goede en je slechte eigenschappen
je beperkingen en je mogelijkheden
Zeg volop ‘ja’ tegen wie je bent, tegen heel je lief en leed,
tegen je verlangens en je vreemde wensen. Je eigen intuïties
En als jouw hart uitgaat naar een schone duurzame wereld,
lever dan zelf je eigen bijdrage door duurzaam te leven.
Als je verlangt naar liefde, geef dat dan aan anderen.
Als je vrede wilt, praat je ruzie uit, ga je huis uit en zoek de boze buurman op.
En als je gemeenschap wilt stichten, begin dan eerst met koffie schenken.
Zeg niet: Ja maar, het is nu de tijd niet, ik moet nog dit en moet nog dat.
Zeg niet: Ja-maar, ik ben nu nog niet klaar om uw bondgenoot te zijn,
het huis uit te gaan, mijn vertrouwde familie en vrienden te verlaten
en de wijde wereld in te stappen.

Zie je faalangst onder ogen en laat je niet stoppen door allerlei “Ja-maren”
Omdat je je te klein of te groot voelt
om door iets of iemand te worden geroepen.
Omdat je bang bent voor de onzekere weg van geloof, hoop en liefde.
Leef niet met de handrem erop,
met de blik naar achteren, in plaats van naar voren.
want hoe kun je, wanneer je zo op de ploeg zit, ooit oogsten?

Laat je inspireren door de ademtocht van de Eeuwige
Laat je raken door het oneindige verlangen in je ziel
Laat je enthousiasmeren door niet te stillen hartstocht
naar waarheid en goedheid
En zie een mooie wereld voor ogen die tot zijn bestemming komen zal.
Stel je voor dat alles lukt…

Durf jij die wonderlijke weg aan?
Zo moge het zijn.

 

 

Thema: