Het echte leven bestaat niet

Publicaties, 25 april 2011, door Jan Prij

Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, april 2011

Op 1 april werd voor de tiende keer op rij de maand van de filosofie geopend in boekhandel Donner. Het thema van dit jaar is ‘het echte leven’. Maar afgaande op de  betogen van Hans Achterhuis, Stine Jensen en Coen Simon bestaat het echte leven helemaal niet.

De bijeenkomst vormde een interessante mix van oud en jong filosofisch Nederland, met onder meer Hans Achterhuis, Stine Jensen, Coen Simon en de Rotterdamse filosofen Jos de Mul en Awee Prins. Volgens Hans Achterhuis (1942), emeritus hoogleraar filosofie aan de Universiteit Twente, is het onmogelijk om helemaal authentiek te zijn. Een van Achterhuis filosofische inspiratiebronnen René Girard heeft dat streven ooit eens vakkundig als ‘een romantische leugen’ ontmaskerd. Onze voorkeuren en begeerten zijn ‘mimetisch’ van aard, wij bootsen anderen na en vinden datgene leuk en aantrekkelijk wat door anderen leuk en aantrekkelijk gevonden wordt.

Hij sprak zich uit over het thema nadat hij als ‘Denker des Vaderlands’ was geïnstalleerd. Achterhuis vond deze titel eervol, maar toch wel wat al te serieus. Bij de Socrates Wisselbeker, die gaat naar het beste filosofische boek van dat jaar, was er volgens Achterhuis ten minste nog sprake van de nodige zelfsspot: ‘Want wie wil nu werkelijk uit de gifbeker van Socrates drinken?’ Een week later tijdens de nacht van de filosofie  werd bekend dat Achterhuis ook deze beker gewonnen heeft. Dit keer met ‘De utopie van de markt’, nadat hij in 2008 ook op deze wijze gelauwerd was, toen voor zijn magistrale studie ‘Met alle geweld’.

Blijdwang
Volgens Stine Jensen (1972) auteur van het essay van de maand van de filosofie ‘Echte vrienden – Intimiteit in tijden van Facebook, GeenStijl en Wikileaks’ zijn ook onze vriendschappen niet ‘echt’ meer. In een wereld van social media en Facebook wordt niet de vrienschap zelf gewaardeerd, maar het nut dat we aan uitgebreide ‘vriendennetwerken’ ontlenen. Het levert ons carrièrekansen en status op; we tellen mee. Het paradoxale is, dat we via Facebook een stortvloed aan intieme informatie over elkaar uitstorten, die normaal gesproken slechts in kleine privékring wordt gedeeld.

Toen Stine haar lachende baby in een tonnetje met water zette voor een foto op Facebook, begon er bij haar wat te knagen: Moet ik dit wel allemaal delen? Wat is hier precies aan de hand? Ze plaatste er later het onderschrift  bij ‘tot hier en geen centimeter verder!’ á la Rita Verdonk, die rond die tijd een promotiefilmpje had met watertrappelde mensen, bij wie het water tot aan de lippen stond: Tot hier en geen centimeter verder! Veel van haar vrienden vonden dat erg leuk.

Een van de schaduwzijden is, dat we mede onder invloed van de sociale media lijden aan wat de caberatier Linette van Dongen ‘blijdwang’ heeft genoemd. Alles moet leuk en prachtig zijn, voor negatieve emoties en voor falen is weinig plaats. In zo’n keep-smiling samenleving kunnen mensen zich eenzaam en verlaten voelen, terwijl ze druk doende zijn het mooie plaatje aan de buitenkant hoog te houden via een delen van allerlei leuke updates aan de virtuele vrienden.

Opppervlakkigheid als deugd
Volgens leeftijd- en vakgenoot Coen Simon is het ook niet mogelijk om het echte leven wetenschappelijk op het spoor te komen. We menen af en toe van wel als we met een beroep op bijvoorbeeld de biologie de vrije wil menen te kunnen afschaffen, of het geloof in een God. Of zie de voortdurende natuurwetenschappelijke zoektocht naar ‘Een theorie van alles’, die de vier fundamentele natuurkrachten, de zwaartekracht, de elektromagnetische kracht en de sterke en zwakke kernkracht in zich zou moeten verenigen.

Maar menen de waarheid in pachtte kunnen hebben getuigt volgens Simon van een grenzeloze en gevaarlijke overmoed. In plaats van op wetenschap, getallen, cijfers en formules van experts af te gaan, zouden we weer moeten leren op de eigen ervaringskennis en praktische vakkennis te vertrouwen, zo betoogt hij in zijn laatste boek ‘En toen wisten we alles – Een pleidooi voor oppervlakkigheid’. Oppervlakkige kennis is geen ondoordachtheid of onverschilligheid, geen kennis die abstract is en daarmee losgezongen van de dagelijkse werkelijkheid. Oppervlakkige kennis ligt in het verlengde van de wijze waarop de mens in de wereld staat en is verbonden aan ervaringen die we aan den lijve ondervonden hebben.

De zienswijze van Coen Simon c.s. deed mij een beetje aan Prediker denken. Ook zijn boek getuigt van een ontnuchterende blik op het echte leven. Prediker stelde al eeuwen geleden vast, dat ons streven naar ware kennis, roem, echte vriendschap, rijkdom en geluk lucht en leegte is, omdat al deze zaken buiten onze macht liggen. Het beste wat we kunnen doen is om ‘te doen wat onze hand vindt om te doen’ en ‘van elke dag die ons gegeven is onder te zon te genieten’.

Thema: