Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, november 2012 

Van de Griekse en ambivalente god Hermes valt veel te leren. Deze zoon en boodschapper van de oppergod Zeus biedt vooral ondernemers en theologen stof tot nadenken.  
Het is misschien wat vreemd in de rubriek ‘theologische ontwikkelingen’ een korte beschouwing aan te treffen over de mythische god Hermes uit de Griekse Oudheid. Maar waarom zou theologie zich moeten beperken tot datgene wat er binnen de monotheïstische godsdiensten over het Opperwezen gedacht wordt? Overigens zou deze ‘inperking’ tot de monotheïstische godsdiensten in feite al een enorme en welkome verbreding van de huidige theologische agenda betekenen. Deze agenda is namelijk nog erg rond de eigen christelijke godsvoorstellingen geconcentreerd die als unieke uitingsvormen van het enige ware geloof worden beschouwd . Kort geleden verscheen er nog een PKN notitie waarin het bidden met moslims als een probleem werd ervaren. Als de christelijke God enige betekenis heeft in deze wereld, dan toch graag als God voor alle mensen en van allerlei overtuigingen. Het theologisch in beschouwing nemen  van de lotgevallen van Hermes, een van de vele goden uit de mythische wereld van de oude Grieken, kan ons in ieder geval voor de kwalijke neiging behoeden om de werkelijkheid al te gemakkelijk in hokjes van ‘goed en fout’ te willen indelen.

De veelzijdigheid van Hermes
Hermes was een veelzijdig god met eerbare en twijfelachtige eigenschappen. Als zoon van Zeus is hij met name bekend als boodschapper van de goden voor de mensen. Door zijn constant heen en weer pendelen tussen hemel en aarde, van de berg Olympus naar de wereld van de stervelingen en weer terug werd hij ook de beschermheer van de reizigers en de god van het verkeer en de handel. Hij schopte het op basis van zijn atletische en jonge uiterlijk ook nog tot patroon van atleten en sport. Op basis van zijn verraderlijkheid en listigheid werd hij echter ook als de beschermer van de dieven beschouwd. Ook zijn welbespraaktheid leverde Hermes goddelijke verering op. En dit zijn nog maar enkele van de vele ‘eerbewijzen’ en titels die hem zijn toegedicht.

De twee gezichten van het ondernemerschap  
Hermes was boodschapper van de goden én een verrader. Hij was beschermer van de handelaren én van de dieven. Deze ongemakkelijke combinaties van goed en kwaad biedt ook een verrassend licht op de rol van moderne ondernemers in de samenleving. Idealiter is het blijkbaar mogelijk om in iemand die goddelijke boodschappen probeert te vertalen in aardse termen ook een prototype van handelaren en ondernemers te zien. Ondernemerschap draait blijkbaar in eerste instantie niet om veel geld verdienen maar om  het omzetten van een ideaal in eerlijke business, om het verbinden van ziel en zakelijkheid. Dat is het kloppende hart dat de economie gezond, vitaal en veerkrachtig houdt. Enthousiaste ondernemers die stapje voor stapje er in slagen om duurzaam ondernemen waar  te maken zijn de hedendaagse vertalers van goddelijke boodschappen voor de inwoners van een overbelaste aarde.
Maar anderzijds was Hermes ook een bedrieger die met list en bedrog de andere goden om de tuin leidde om er zelf beter van te worden. Dat is precies de valkuil van een op zichzelf gericht ondernemerschap dat niet meer  voor ogen heeft dat het vooral ten dienste van anderen aan het werk zou moeten zijn. Zo’n onderneming kan aan trots ten onder en anderen in zijn val meeslepen, zoals de recente bankencrisis in Europa heeft laat zien.

Uitdagingen voor de christelijke theologie
Maar het beeld van Hermes als boodschapper van de goden biedt ook uitdagingen voor de christelijke theologie. In de vorm van het vakgebied van de uitlegkunde of ‘hermeneutiek’ is zijn gestalte al in de filosofische en theologische opleidingen geïncarneerd, maar het zou nog beter zijn dit vakgebied een bredere strekking te geven. Europa heeft goede vertalers nodig die in staat zijn ‘om gastheer te zijn in het huis van de ander’, zoals de Franse filosoof Paul Ricoeur ooit zei. Alleen wanneer we de taal van anderen spreken kunnen we in vrede met elkaar samenleven. Alleen wanneer we ons verdiepen in de leefwereld en geloofsbronnen van de ander kunnen we gezamenlijk tot wijsheid komen. De erkenning dat we zelf de waarheid niet in pacht hebben kan ons daarbij behoeden voor al te groot fanatisme. Het kan wederzijds begrip kweken en samen bidden van christenen en moslims mogelijk maken.
Het kan ons zelfs de ogen openen voor het waarheidsgehalte van de mythische verhalen van onze voorouders. Hermes die dekselse gewiekste zoon van Zeus, kan ons stimuleren boodschapper van God te zijn in een voortdurend heen en weer pendelen tussen hemel en aarde, schipperend tussen ideaal en werkelijkheid. Zelfs in de wetenschap dat in elke vertaling onvermijdelijk de mogelijkheid van verraad ingebakken zit. Want helemaal goed zal die nooit zijn, we leven ten slotte niet in het paradijs en wonen niet op de Olympus. Maar zonder die pogingen verstomt het gesprek. Dan verdwijnt de bezieling en dooft het licht. Dan leven we als dode zielen langs elkaar heen. Alleen zo kunnen we gezamenlijk leven in de stad. Alleen zo kan de aarde bewoonbaar blijven.

Thema: