Nacht van de theologie 2012

Publicaties, 30 juni 2012, door Jan Prij

Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad juni 2012

 

Prominente theologen spreken zich uit tegen de verkerkelijking van het christendom

Huub Oosterhuis, Erik Borgman en Gerben Heitink zijn in de nacht van de theologie 2012 onderscheiden met respectievelijk de oeuvreprijs, de podiumprijs en de publicatieprijs. Ondanks enige opvallende verschillen in theologie en temperament zijn ze het over een ding roerend eens: de verkerkelijking van het christendom is een slechte zaak.

Daal af om te bevrijden
Het zal weinigen zijn ontgaan. Theoloog en dichter Huub Oosterhuis is voor zijn hele oeuvre onderscheiden. De prestatie om de geloofstaal van de bijbel op poëtische wijze present te stellen is ongeëvenaard en uniek in heel de wereld.
In zijn ter gelegenheid van de nacht van de theologie geschreven Red hen die geen verweer hebben roept Oosterhuis op tot een ethisch reveil van de theologie en keert hij zich tegen  de wijze waarop het evangelie apolitiek is gemaakt en door kerkelijke theologie en belijdenis geschriften is verengd tot een zaak van het persoonlijk zielenheil. Mozes en de profeten bekommerden zich niet om de onsterfelijkheid van de ziel, maar om de arme, de wees en de vreemdeling. Met deze relatie van de ander die een beroep op  mij doet, valt  heel het evangelie samen. We moeten in naam van deze dienende solidaire God ‘afdalen om te bevrijden’, ons inzetten voor een rechtvaardige samenleving en solidair zijn  met hen die die niet passen in het systeem en geen naam  mogen hebben. Helaas hebben volgens Oosterhuis de hebzucht van het Neoliberale Economische Systeem en zijn geldgod, Baäl/Mammon de plaats ingenomen van solidariteit en het streven naar gerechtigheid.

Hoop: in de huidige situatie tekenen van God zien
Volgens Erik Borgman, winnaar van de podumprijs als de meest spraakmakende theoloog van 2012 is deze analyse en veroordeling van de huidige economische verhoudingen/ ‘het Neoliberale Economische Systeem’ ‘te massief en te algemeen’ (hij was in de nacht van de theologie samen met Gerben Heiting te horen op casa-luna van 22-06  2012.  Je moet volgens hem veel preciezer analyseren wat er aan de hand is. Natuurlijk, er is erg veel mis in de wereld, maar dat betekenis nog niet dat iedereen in de greep is gekomen van de hebzucht. Integendeel. Zo blijken Nederlanders bijvoorbeeld nog steeds erg vrijgevig te zijn en bepaald niet alleen het eigen belang belangrijk te vinden. Ook zijn er juist binnen de huidige, te snel als barbaars en ketters afgeserveerde economische verhoudingen veel veranderingen ten goede mogelijk (zie ook de bespreking van ‘overlopen naar de barbaren’ in nrk, 04-10). Naast de klaagliederen mag de ‘strijdbare dichter’ Oosterhuis nog wel wat meer ‘lofzang’ laten horen, aldus Borgman. Theologie fungeert niet alleen als kritische tegenmacht, maar is er ook om de positieve en hoopvolle teken van Gods aanwezigheid in deze tijd goed te verstaan.
Borgman keert zich in zijn boeken overigens op minstens zo felle wijze als Oosterhuis tegen de gedachte dat het bij theologie om een kerkelijke kwestie of een persoonlijke geloofsbelijdenis zou gaan. Primair gaat het bij (christelijke) theologie om de duiding van de  sociale maatschappelijke verhoudingen in het licht van het evangelie. Theologie is daarmee ten volle een zaak van de wereld en niet van de kerk. ‘De theologie is even weinig van de kerk als de filosofie van het Heideggergenootschap of van het marxistisch Politbureau’ aldus Borgman in zijn boek ‘Mefamorfosen’ uit 2006 het eerste belangrijke werk waarin hij zijn theologische denkbeelden uitdrukkelijk in gesprek met bronnen uit de hedendaagse cultuur ontwikkelt.

Het verlangen dat blijft   
‘Verzet tegen onrecht’ en ‘hoop’. Beiden zijn onmisbare religieuze constanten binnen de theologie van het christendom. Maar waarom zouden wij überhaupt hopen of ons druk maken over onrechtvaardige verhoudingen? Waarom zouden we ons niet neerleggen bij business as usual en de macht  van de sterkste? Volgens Heiting in zijn boek ‘Golfslag van de tijd’ is ‘het verlangen naar een betere wereld’ de niet te stillen oerimpuls achter een belangrijk deel van de (Europese) geschiedenis. Deze revolutionaire impuls ooit ingezet door  Jezus en doorgegeven door Paulus, heeft in verschillende ‘golfslagen van de tijd’ doorgewerkt in de menselijke geschiedenis (via de beweging van de ‘Kerstening’, ‘Hervorming’, ‘Verlichting’, ‘Revolutie’ en ‘Ontplooiing’). Ver in zijn werk, nadat hij de diverse golfslagen in de tijd heeft geanalyseerd en uitgebreid ‘de hartslag van het verlangen’ heeft gepolst citeert hij een zin van Frans Kellendonk uit zijn Mystiek Lichaam:  ‘Je kunt de grote woorden wel  afschaffen, maar niet het verlangen waar ze altijd van hebben geleefd’
Het vuistdikke werk van Heiting dat sterk leunt op dat van Charles Taylor is  uiterst bedachtzaam, zorgvuldig en traditioneel geschreven. Het heeft oog voor de kritische, macht-ondermijnende kant van het christendom (en van de schaduwzijden van het fanatisme) en voor het perspectief van de hoop. Het boek brengt mij minder uit evenwicht dan de ongemakkelijke passionele geschriften van Borgman en Oosterhuis. Maar het wil evenzeer dat de theologie niet in een kerkelijk isolement opgesloten blijft, maar druk de samenspraak en het twistgesprek opzoekt met de moderne cultuur. Bij een mooi zinnetje aan het eind van zijn boek (p.340) blijf ik onverwachts toch haken. Naar aanleiding  van het  visioen van de nieuwe hemel en een nieuw aarde en God die alle tranen van ogen zal afwissen, schrijft Heiting: ‘Een God die met een zakdoek rondgaat, menselijker kun je over  God niet spreken.’

Thema: