Over de noodzaak van publieke dialogen die schuren
Gesproken column, 1 juni 2016 bij 10 jaar Wing, partner in ruimte en ontwikkeling en het ten doop houden van het boek Publieke dialogen: Socratische dialogen over maatschappelijke vraagstukken

Publieke dialogen: Hoe langer ik er mee bezig ben, hoe radicaler ik er in zit.
Volgens mij staat er daarbij nogal wat op het spel. Niets meer en niets minder dan de noodzaak om onszelf opnieuw uit te vinden.
Mijn stelling is dat de praktijk van het voeren van publieke dialogen spot, met alle moderne hokjes waarin we onszelf geplaatst hebben
en dat het daarom verontrust en schuurt.
Maar dat het rommelen en rammelen aan al die hokjes precies is, wat we vandaag de dag nodig hebben voor een humane samenleving.
                             ***
Allereerst over het hokje van het ik.
‘Ik denk dus ik ben’, dat is het mantra van Descartes waarop we de moderne samenleving hebben gebouwd.
Ontzet voor een wereld die in brand stond, moest het allemaal anders.
In een wereld verscheurd door angst, strijd en conflict, konden we niet meer vertrouwen op de klassieke, praktische wijsheid.
Alle onkruid en moerassigheid moest het veld ruimen.
En afgesloten van samenleving in de binnenkamer van zijn eigen hoofd, bedacht Descartes op basis van elementaire logica de blauwdruk.
Op basis van zijn blauwdruk-denken -en wat fundamenteel Newtoniaans architectenwerk van Kant-,bouwden we wegen en steden, richten we onze kamers riant in en konden we onszelf fantastisch goed tot ontwikkeling brengen.
Maar nu, na zoveel eeuwen, gaat het knagen
Grenzen tussen binnenkamers en buitenkamers zijn niet meer scherp te trekken. We kunnen de wereld niet meer buiten houden. Grenzen zijn poreus geworden door internet, het wereldwijde web.  ‘Het dak van het huis van onze democratie lekt’, constateert David van Reybrouck.  Maar we wonen allang niet meer in het huis van Thorbecke,
maar in het netwerk van Castells, in de global city, waar de wereldproblemen in onze achtertuin zijn terechtgekomen.
We komen er achter dat we onszelf eenzijdig ontwikkeld hebben, alleen ons hoofd, niet ons lijf, hart en ziel.
In publieke dialogen wordt ook die kant van onszelf aangesproken.
We ontdekken een meer volwassen waarheid over onszelf. ‘Er wordt aan mij getrokken binnen en buiten mij, dus ik ben’
Hoe ga ik antwoorden?

En we ontdekken dat we meer onszelf worden door het perspectief van de ander in ons op te nemen, niet door ons af te sluiten.
Of zoals Frans Timmermans het uitdrukte, na de aanslagen in Parijs.
in zijn pamflet ‘pleidooi voor verbondenheid:’ ‘Als je de wereld niet meer met de ogen van de ander kunt zien, raak je ook jezelf een beetje kwijt.’
***
Dan het tweede punt in het onszelf opnieuw ontdekken.
In een on-verbonden modern hokjes-denken over onszelf  zijn burgers te disciplineren onderdanen van een staat.
Burgers zijn object van beleidsinterventies geworden, een te beheersen probleem, een kostenpost in de zorg, een bron van milieuvervuiling of een in te dammen veiligheidsrisico.
Maar mensen weigeren het nog langer om in zo´n hokjes te worden gestopt.
Ze willen in staat worden gesteld een deel van de oplossing te zijn, in plaats van een te ‘managen’ probleem.
Ze willen gehoord worden en zeggenschap uitoefenen, over publieke zaken die hen ter harte gaan.
Nu de onderlinge verwevenheid van problemen en oplossingen, groter is dan ooit, zullen we die creativiteit van burgers, meer dan ooit nodig hebben.
We hebben volop in de hardware van de samenleving geïnvesteerd.
Nu is het tijd te investeren in de software van de co-creatie, van het samen denken, van het verbindingen leggen.
In publieke dialogen leren we ook anders, meer klassiek, tegen politiek en bestuur aan te kijken.
Niet primair als een machtsspel waarin mensen slechts objecten, instrumenten, concurrenten zijn in een strijd om het naakte leven,
maar gelijkwaardige partners in de zoektocht naar vormgeving van goed leven.
Burgers willen op hun ‘betere ik’ worden aangesproken.

***
In de loop der tijd zijn we, kortom, verkeerd met elkaar verbonden geraakt.
De politiek in zijn huizen met ivoren torens, het bestuur met zijn tekentafelplannen is het contact met een deel van de gemeenschap kwijtgeraakt.
Er is veel geïnvesteerd in oppervlakkige informatieoverdracht van de elite,de zelfverklaarde experts, naar de onderdanen en zij die het nog niet weten.
Maar in publieke dialogen komen we tot de ontdekking dat niemand het weet en dat daarom iedereen het mag zeggen.
Dat ieders inbreng nodig is, om een stukje verder te kunnen komen. Leren leven met elkaar in plaats van naast elkaar.
We zullen moeten durven om te ontmoeten en uit ons hok te komen. Out of the box. Dat is de hedendaagse opgave.
Omdat we alleen zo kunnen groeien tot volwassenheid en meesterlijk onszelf kunnen worden.
Omdat alleen zo gemeenschap tot stand kan komen en creativiteit geboren kan worden
We zullen in het publieke gesprek de weggegooide praktische wijsheid weer moeten oprapen.
In de ontnuchterende wetenschap dat we niet alle moerasgronden binnen en buiten ons kunnen verdrijven,
dat ‘t zal schuren en pijn doen, maar dat we alleen zo amor mundi kunnen ontwikkelen,
liefde voor de wereld die ons gezamenlijk huis is.