Bergsingelkerk Rotterdam,  2 juli 2006
Lezingen:  Jesaja 58:7-10 en Lucas 20; 9-19

Ik las laatst met veel belangstelling het boek Hoe word ik een rat?
Het boek brengt de lezer de fijne kneepjes van het manipuleren en kleineren van collega’s bij.
Het beschrijft op toegankelijke en leerzame wijze de meest gore streken
en spoort de lezer aan op zelf ook ‘politieker’ te worden.
Welke belangen streven mensen na?
Over welke machtsbonnen kun je zelf eenvoudig beschikken?
Wat is je eigen niveau van ‘rattigheid?
Hoe vind je psychologische zwakheden van de tegenstrevers?
en niet onbelangrijk ook hoe kom je hogerop?
Het boek voorzag duidelijk in een behoefte
want alleen al het eerste half jaar na verschijnen in 2002
gingen er zo’n 25.000 exemplaren over de toonbank.
en inmiddels zijn we zes herdrukken en vele fraude en boekhoudschandalen verder.

Ik heb ook ‘de rattigheidstest’ gedaan die in het boek staat afgedrukt
en ik bleek volgens de bijbehorende scoretabel een slimme rat te zijn, dus pas maar op.
Maar ook u zal onvermijdelijk een rat blijken te zijn.
het hele universum is volgens de test namelijk gevuld met ratten en de wereld is een riool.
Naast slimme ratten, bestaan er gore ratten  en naïeve ratten, meer keus is niet mogelijk.
Dat is de benauwde wereld van de manipulatieve verhoudingen
het is grijpen of gegrepen worden
Je moet daarom enorm alert zijn op de politieke spelletjes die er gespeeld worden
het geroddel en de achterklap, je eigen kansen afwachten
en leep inzicht hebben in wie sterk is en wie zwak
Dat is het beeld die bij de hedendaagse wereld past, in de greep van terreur en angst.
Deze lange aanloop is belangrijk in verband met de gelezen bijbelfragmenten vandaag
Mijn stelling is namelijk dat Jezus in de parabel van de onrechtvaardige  pachters
het failliet van deze levenshouding van de rat  uittekent.
en dat alleen de moedige levenshouding van Jezus zelf
–     helemaal in de geest van de Jesaja tekst van vandaag –
een levenswaardig alternatief biedt.

Het is een wat ongebruikelijke en gewaagde invalshoek om het evangelieverhaal te belichten.
Daarom allereerst ter nadere verklaring iets meer over de levenshouding van de rat.
Een belangrijk kenmerk is: Hij zorgt er altijd voor dat anderen
de schuld voor eigen fouten in de schoenen geschoven krijgen.

Het is gewaagd om te zeggen, maar ik denk dat in de traditionele uitleg van het verhaal
deze rattenneiging voortdurend, op meer of minder sluimerend wijze, aanwezig is .
Een bekende traditionele ‘recht – toe –  recht aan’ interpretatie luidt bijvoorbeeld
dat Jezus in deze gelijkenis de schriftgeleerden en overpriesters aanpakt,
de geestelijke leiders van het Joodse volk omdat zij het beheer van de wijngaard verslonst hebben en de boodschap van de profeten en die van hemzelf niet hebben aangenomen.
In de meest gore rattenvariant die van deze interpretatie bestaat
wordt en passant de Joden de moord op Jezus in de schoenen geschoven
Het lijkt mij onmiskenbaar dat deze -ook in hedendaagse films voortlevende suggestie –
in de geschiedenis enorm veel kwaad en gewelddadigheid in de hand heeft gewerkt.

Het punt  is natuurlijk dat wij met zo’n uitleg zelf mooi buiten schot blijven.
Met onze eigen levenswandel  is immers niets mis
Wij weten gelukkig  wel van het leven, werk en de opstanding in Christus
zodat wij ons geen zorgen hoeven maken.
Of het moet zijn zorg om, meestal door anderen gestelde, vraag
Accepteer jij Jezus werkelijk als de hoeksteen van je bestaan?
Zo niet, zo luidt de verborgen bodschap, dan zal ook voor jou geen redding zijn
en zul je vermorzeld worden!
Maar zo’n interpretatie lijkt mij wederom ingegeven door angstige rattenlogica
Zo wordt de gelijkenis ten onrechte een verhaal over de vermeende rechtzinnigheid in de leer
Ook weer bij uitstek geschikt om  anderen mee om de oren te staan en zelf buiten schot te blijven

Maar deze uitleg klopt niet met de tekst.
De inzet van het verhaal is de vrucht van de wijngaard en geen juiste leer of zoiets.
“En toen het tijd was zond hij zijn slaaf tot de pachters opdat zij hem de vrucht van de
wijngaard zouden geven”

De heer is alleen geïnteresseerd
in wat het beheer van zijn wijngaard heeft op opgeleverd aan resultaat
Nu, wat voor resultaat levert de houding en werkwijze van de onrechtvaardige pachters op?
Bar weinig!
Over precies deze vraag en dit antwoord gaat volgens mij de gelijkenis.
Precies ons eigen manipulatieve houding, het hoofdkenmerk van de rat
wordt hier, tot in zijn uiteerste consequenties, neergezet.
Een wezenskenmerk van de manipulatieve levenshouding is
dat we de ander slechts als middel gebruiken om ons doel te bereiken
In de kern wordt deze houding bekritiseerd in het verhaal van de onrechtvaardige pachters:
We willen van iets, wat niet in ons bezit, is ons bezit maken
Wij willen met het oog op de erfenis, op toekomstig gewin
van de pachtovereenkomst een eigendomsverhouding maken.
We willen ons leven en dat van anderen in de greep houden.
Maar zo komen er geen vruchten van de wijngaard voort
Zoiets loopt uit op de dood, verborgen en open geweld tegen mensen

Zo’n manipulatieve houding moet ons bekend voorkomen.
Ik stel mij zo voor: Nog voor wij gezien hebben wat de vruchten zijn
zijn we al aan het snoeien en wieden in de wijngaard.
Uit pure angst controle te verliezen en zelf niets voor te stellen
brengen wij de ander in het nauw, met onze eigen voorschriften en dwang
wij grijpen hem en belagen hem, wij schrijven hem voor wat hij moet doen

De Nederlandse popgroep de Dijk verwoorde de gevolgen daarvan eens als volgt

“Ze zeggen dat je dit
Ze zeggen dat je dat
Ze zeggen  dat je zus
En zo is er altijd wat
Ze zeggen, ze zeggen
De mensen zeggen zo veel
Zo laten met hun praten
geen spaander van je heel”

Dat is de betekenis van de gewelduitoefening in de wijngaard, de gewelddadigheid van de rat.
We houden andere mensen in de wurggroep en durven vaak mensen niet los te laten
ruimte te geven om op te bloeien en vrucht te dragen.

Ik wil het geheel nog wel wat op de spits drijven.
Misschien kunnen we wel inzien dat de houding van de pachters
die alles met geweld naar eigen hand willen zitten op niets uitloopt
Maar de houding van de Heer van de wijngaard dan?
Is die niet te stom voor woorden?
Hoe gek is die heer van de Wijngaard niet?
Om nadat zijn slaven zijn afgeranseld, zijn eigen zoon sturen?
Dat is toch vragen om moeilijkheden.
Om jezelf zo over te leveren aan anderen
Dat is toch vragen om de slachtbank, zou je zeggen.

In de logica van de rat en de wereld van het riool is dat ook precies zo
Het is grijpen of gegrepen geworden, meer is er niet voorhanden
De schokkende paradox van het christendom dat er wel meer mogelijk is dan dat:
Deze paradox van het christendom luidt:
“Wie zijn leven wil behouden, in de greep wil houden, die zal het verliezen
En wie zijn leven verliest, -wie zichzelf weggeeft met het oog op de ander –
die zal het redden”

Dat is de hoeksteen van het geloof waar velen over struikelen
en niet op durven bouwen
Allen door jezelf te geven zul je waarlijk leven
Alleen door jezelf tot het uiterste toe op het spel te zetten
steeds weer, steeds opnieuw, is werkelijk bekering
opnieuw opstaan en nieuw leven mogelijk

Als het evangelie gelijk heeft is het de enige manier om het gegeven leven te accepteren
Door het niet in eigendom te willen nemen, maar door tegen dit gekregen leven ‘Ja’ te zeggen
en jezelf helemaal te geven.

Dit vormt een scharnierpunt naar het fragment uit het Jesaja
Dat noch ‘Oud’ noch ‘Testament’ is.
Juist in deze tekst  wordt in praktische zin haarscherp verbeeld
wat het van ons vraagt om de levenshouding van de rat op zij te zetten.
Wat het betekent om zo menswaardig mogelijk mens te zijn
Deze tekst concretiseert de levenshouding van de moedige mens
Zoals Jezus die ook heeft voorgeleefd

Het fragment staat midden in een tekstgedeelte dat speelt na de Babylolonische ballingschap
en voor de verwoesting van de tempel.
Het tekstgedeelte gaat heel toepasselijk voor de veertigdagentijd, over de praktijk van het vasten.

In het vasten hoopte men grip om het leven te krijgen
door met een somber gezicht maaltijden te weigeren
hoopte men op bijstand en ondersteuning door God.
Maar zo luidt de retorische vraag van de Eeuwige, vlak voordat wijzelf het verhaal binnen komen vallen:

“…Zou dit het vasten zijn, dat Ik verkies, een dag, waarop de mens zichzelf verootmoedigt:
dat hij zijn hoofd laat hangen als een bieze en zich rouwgewaad en as tot een leger spreidt?
Noemt gij dat een vasten, dat een dag die de HERE welgevallig is?
Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der goddeloosheid los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te verbreken?

En dan het tekstbegin van vandaag:
“ Is het niet dat gij voor de hongerige uw brood breekt en de arme zwerveling uw huis brengt,
ja als gij een naakte ziet dat gij hem bekleedt en u niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed.”

Het is een heftige inzet van de tekst als we de huidige praktijk zien in de stad
Waar alles wat behoeftig is geweerd wordt
omdat wij ons eigen gebrek aan liefde niet aan kunnen zien
Waar muren om de stad de vreemdelingen buitensluiten
Waar wij zitten op ons brood, grond en land
alsof wij de eigenaar van de hele wereld zijn
Wat doen wij voor de armen, de daklozen en vreemdelingen, de naakten
Kunnen wij in hen nog iets van ons eigen vlees en bloed ontdekken?
Of snijdt de ratenlogica bij voorbaat onze keel dicht van angst
Is de ander onze vijand, is het grijpen of gegrepen worden?
Hebben wij de moed om over de angst voor vreemd geloof
vreemde huid, vreemde buren, heen te stappen
en bruggen van nieuwe vriendschap te slaan?
En durven wij de schuld niet op anderen te schuiven
maar zelf verantwoordelijkheid te nemen voor ons fouten
Durven we anderen te vertrouwen?
Zonder te weten waar dat op uitdraait
Durven wij de roddel en achterklap te laten
en anderen te prijzen voor wat ze gedaan hebben
om wie ze zijn voor ons?
Durven wij vrij en licht ons eigen leven te accepteren en te beamen als geschenk
Ons meest menselijke kwetsbare  gezicht  te laten zien
en liefde te geven?
Durven wij die onzekere weg van het geloof te gaan?
“Wanneer Gij uit uw midden het juk wegdoet, het wijzen met de vinger weglaat en het
spreken van boosheid nalaat, Wanneer gij de hongeren schenkt wat gij zelf begeert en de
verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn
als in de middag”

Die  moed op mens te zijn, daar gaat het om
Van mensen die niet weglopen van de eigen rattigheid en dat van anderen
en zichzelf op het spel blijven zetten
om woorden van lof, belofte, heelheid. kracht en vergeving te spreken
Ook de popgroep de Dijk van zo net, weet van deze moedige kant van de mens
en dat het daar op aan komt, temidden van alle rattigheid van deze  wereld:

“voor wie denkt dat ie van niks weet
voor wie kijkt of ie niks ziet
voor wie doet alsof zijn neus bloedt
maar zijn neus die is het niet…

voor wie alles veel te snel gaat
voor wie alles veel te traag
voor wie rammelt van verlangen
voor wie worstelt met de vraag

Wat je ook doet
Wie je ook bent
Waar je vandaan komt
Hoe je ook denkt
Waar het op aankomt
aan het eind van het lied
Heb je het hart
Of heb je het niet…”

Thema: