De preek onder vuur

Publicaties, 4 november 2012, door Jan Prij

Artikel in Nieuw Rotterdams Kerkblad, oktober 2012

Op basis van hedendaags wetenschappelijk onderzoek ligt de preek onder vuur. De verkondiging zou niet meer aansluiten bij de vragen van deze tijd en daarom ‘bij de tijd’ moeten worden gebracht of misschien wel moeten verdwijnen ten gunste van andere vormen. Dit lijken mij nogal kortzichtige en voorbarige gedachten.

Het recente onderzoek van de preekkundigen Ciska Stark en Bert de Leede naar het niveau van de preek in de Protestante Kerk Nederland heeft heel wat stof doen waaien. De over het algemeen nogal fletse preken zouden ‘vragen vermijden waar mensen mee zitten’ en ‘heimwee naar de donderpreek’ oproepen waarin ten minste nog zware maatschappelijke, morele en ethische kwesties aan de orde kwamen, aldus het dagblad Trouw. In dezelfde krant suggereerde Gerard Dekker, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie zelfs dat de kerk op zoek moet gaan naar alternatieven voor de preek. De stellingname van de preekkundigen en de godsdienstsocioloog rusten op ten minste drie twijfelachtige aannames.

Misverstanden rond het ‘bij de tijd brengen’
De eerste aanname is dat de preek ‘bij de tijd’ gebracht moet worden om aldus te kunnen aan te sluiten bij de behoeften van mensen. Wanneer ze dat niet zou doen, zou de overweging ‘uit de tijd’ zijn  en daarmee  overbodig zijn geworden.
Het is nogal vreemd om iets dergelijks uit de mond van theologen en een godsdienstsocioloog te horen. Schuilt niet juist in het ‘uit de tijd’ zijn van de Bijbelverhalen hun eeuwigheidswaarde? Komen hierin niet de eeuwige wezensvragen aan de orde komen die van alle tijden zijn? En maakt niet  het vermogen op om zondag ‘uit de tijd te kunnen stappen’ het wezen van de liturgische ontmoeting uit?  Door dwars op de tijd te gaan staan- en niet ‘in’ de beweging van alle tijden, de wereld van markt en strijd, te stappen, geven de Bijbelverhalen een unieke en kritische kijk op onze menselijke conditie. In de kerk is iedereen welkom, hoeft u geen entreegeld te betalen en vinden pro-deo diensten plaats. Daar klinkt niet het bekende mantra ‘U vraagt en wij draaien’, maar zoiets vreemds als ‘Mijn rijk is niet van deze wereld’ en wordt telkens weer zonder enige inspraak vooraf de zegen van de Eeuwige over je uitgestort. In de uitleg van de Bijbelverhalen moet daarom niet gepoogd worden om deze naar de huidige tijd toe te halen, maar om enige heilige afstand tot de  dagelijkse gang van zaken te behouden. Pas wanneer je op enige afstand staat, kun je weer werkelijk zien waar het echt om gaat. Alleen zo kun je zelf op verhaal komen en bij de tijd worden gebracht.

Spreken is zilver, zwijgen is goud
’Gewoon ‘stil zitten’ en ‘alleen maar luisteren’ is minder goed dan het zelf gelijk actief kunnen meedoen, zo luidt een tweede aanname van de preekcritici, in aansluiting op recente ontwikkelingen in onderwijsland. Daar heeft het hoorcollege als de klassieke onderwijsvorm langzamerhand afgedaan  Het wordt tegenwoordig als hiërarchisch en autoritair bestempeld. In plaats daarvan lijkt het van meet af aan te draaien om ‘vragen stellen’, ‘zelfstudie’ en ‘werkstukken schrijven’. Maar ook hier is het niet verstandig, zoals Dekker wel lijkt te suggereren, om een eeuwenlange traditie van de preek die vanuit de hoogte klinkt, ‘bij de tijd’ te brengen door het in de platte mal van door deskundigen bepleitte hedendaagse vormen te persen. Niet voor niets klinkt allereest vanuit oeroude Bijbelse geschriften de oproep: ‘Hoor Israël, hoor!’ Maak pas op de plaats. Luister eerst maar eens wat de (A)ander te zeggen heeft. Spreek je eigen vragen en aarzelingen niet gelijk uit. Eerst horen, dan zien en zwijgen. Liefst nog wat langer dan de spreekwoordelijke tien tellen van tegenwoordig. Misschien wel langer dan de vrienden van Job.  Dan pas kunnen we onszelf in de ander ontdekken en zien waar het werkelijk om gaat.
Op een foto hebben we altijd, vaak niet zonder enige schroom, de neiging na te kijken of we er zelf opstaan.  ‘Ja’ zeggen we dan ‘dat ben ik’. Ook in goede verhalen kun je je zelf herkennen, als in een spiegel, ze onthullen wie we zijn met al onze goede en minder goede kanten. Een goede preek laat het verhaal zo voor zich spreken dat het ons op enige afstand voor de spiegel zet, voor even uit de tijd getild in de genadige ruimte van de Eeuwige.

Niet via tekst alleen  
Een laatste, vooral protestantse, aanname is dat het woord de kern van de eredienst uitmaakt. Dit stelt onbedoeld ook de kwaliteit van de verkondiging van de predikant centraal, als uitlegger van het woord. Maar hoe kan het om ‘alleen maar tekst’ draaien? We zouden op zijn minst moeten zeggen dat alleen vleesgeworden woorden draagkracht hebben. We worden uitgenodigd om God lief te hebben met ‘heel ons hart, heel onze ziel en met heel ons verstand’, dus zeker niet primair met ons woordelijk brein. Vandaar dat idealiter alle zinnen in de zondagse vieringen geprikkeld worden, met volop ruimte voor orgel en samenzang, het opstaan en weer zitten, voor brood en de wijn, wierook en trompetgeschal. De Bijbelse foto van ons laat niet alleen het hoofd zien, maar heel het menselijk lichaam in al zijn naaktheid. Alleen in zo’n kwetsbaar menselijk lichaam als dat van u en mij wil de Eeuwige wonen.

Thema: