Eigentijds idealisme

Boekbesprekingen, 15 maart 2012, door Jan Prij

Boekbespreking in  Nieuw Rotterdams Kerkblad, maart 2012
van ‘De lage landen en het hogere ‘ van  Gabriël van den Brink (red)

In het vorige NRK is het boek Eigentijds idealisme besproken en gesignaleerd. In deze NRK nogmaals aandacht voor boek en het achterliggende onderzoek. Niet in de laatste plaats omdat deze werken een nieuwe interpretatie van het omstreden leerstuk van de Drie-eenheid mogelijk maken. Deze herinterpretatie werpt en passant licht op de door de auteurs gesignaleerde tweeslachtigheid rond vitalistische waarden binnen onze cultuur.

Nogmaals: eigentijds idealisme  
Eigentijds idealisme en de achtergrondstudie De Lage Landen en het hogere zijn te lezen als een pleidooi tegen het cynische standpunt dat alle  menselijke beweegredenen uiteindelijk manifestaties zijn van eigenbelang. Zogenaamde hogere waarden zijn slechts slimme verpakkingen van onze zelfzuchtigheid. Ze kunnen niet tot een matiging van onze egoïstische impulsen leiden, laat staan dat ze er voor kunnen zorgen dat we ons daadwerkelijk laten raken door het lot van de ander.

Deze cynische positiebepaling is, zo bleek, simpelweg onjuist. Op verschillende manieren weten mensen zich verbonden met een groter geheel dan alleen het eigen ik en voelen ze zich geroepen tot onbaatzuchtig handelen. De auteurs onderscheiden ‘sacrale’ ‘sociale’ en ‘vitale waarden’. Ze zijn te beschouwen als de verschillende werkvelden van het hogere. Bij sacrale waarden gaat het bijvoorbeeld om het traditionele beeld van God die mensen vanuit de ‘verticaliteit’ roept. Bij sociale waarden heeft het hogere een zekere ‘horizontale’ uitwerkingswijze  in het goede dat we voor een steeds wijdere kring van naasten verrichten. De vitalistische waarden zijn direct op het persoonlijke leven zelf betrokken en richten zich op liefde, lichaam en de natuur.

De onderzoekers signaleren dat er vanaf het einde van jaren tachtig van de vorige eeuw een omslagpunt in de cultuur heeft plaatsgevonden, waarin ruimte kwam voor een ongekend vitalisme, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de opkomst van de housecultuur, de opkomende aandacht voor gezondheid en sportbeoefening en de toenemende waardering voor natuur en milieu. Inzake de natuurlijke, vitalistische waarden blijven de auteurs onvermijdelijk met een zekere dubbelheid zitten. Het kan enerzijds leiden tot een zinvolle ‘heiliging van het leven’ waarbij nieuwe vormen van onbaatzuchtigheid en gemeenschapszin de kans krijgen. Anderzijds  kan het vitalisme doorstaan in de richting van een hedonistische cultuur  waarin vooral het ongedisciplineerd uit de band springen centraal staat.

De Drie-eenheid revisited
Er is een manier om beter zicht te krijgen op de dubbelzinnigheid die aan de vitalistische waarden verboden is. Dat kan door de gepresenteerde drieslag van de onderzoekers in sacrale waarden, sociale en vitale waarden als een eigentijdse vertaling van het leerstuk van de Drie-eenheid te zien.
Deze specifiek christelijke leer over God werd ooit opgesteld naar aanleiding van vragen over identiteit van Jezus en is zowel binnen buiten de kerk een omstreden leerstuk gebleven. Zij is ook bron van misverstand geworden tussen moslims en christenen en voorwerp van verschillende basisinterpretaties in de Oosterse en Westerse kerk. Maar laten we de zaak niet al te ingewikkeld maken en het leerstuk gewoon beschouwen als een wat onbeholpen manier om uit te drukken via welke wegen God  en mens elkaar kunnen ontmoeten. In termen van de hier besproken studies: Wat zijn de dimensies waarop het hogere zich kan manifesteren in het dagelijks leven hier op aarde?  Dat kan via een appel vanuit de verticaliteit (via de ‘Vader’); in ‘horizontale’ menselijke gestalte (‘via de Zoon’) of vanuit de diepte van het innerlijk leven zelf  door de adem in ons lijf en de vitaliteit die in ons opborrelt als een bron (via de Geest).

Vitalisme en de geest
De koppeling van vitalistische waarden met de geest maakt veel duidelijk over de mogelijkheden en grenzen van een vitalistische cultuur. Nadeel van vitalistische waarden zonder meer, is dat ze makkelijk tot overspannen activiteit en prestatiedrang aanleiding kunnen geven. Bij vitalistische waarden staat de wens centraal jezelf te verbeteren of te overstijgen. De basisgedachte is dat het leven zoals het gegeven is, niet genoeg is en overwonnen of verbeterd moet worden. De parallel met fitness en sport is hierbij heel instructief. Prestatiedrang is de motor achter de drive via grootse acties onszelf en de wereld te vervolmaken. Zo’n ‘kampioensdenken’  leidt echter niet tot het overstijgen van de natuurtoestand, maar eerder tot de bevestiging daarvan. In de energieke drang tot optimale zelfrealisatie en ontplooiingsdrift is er weinig ruimte meer voor het laten opbloeien van anderen in een gedeelde wereld.  Zo’n geloof is eerder destructief dan heilzaam, aldus Piet van Veldhuizen in het boekje ‘Verzet geen bergen’ en dat hij rond Pinksteren 2009 afrondde. Wanneer we ruimte laten voor vitalistische waarden die daadwerkelijk kunnen aanzetten tot onbaatzuchtig gedrag, is er van het opleggen van onze wil aan de wereld geen sprake. In woorden en daden heeft Jezus duidelijk gemaakt dat Gods rijk een ruimte is die niet op anderen bevochten wordt. Een vitalisme dat door de Geest van God gedragen is, probeert geen bergen te verzetten of via zelfverbeteringsprogramma’s boven zichzelf uit te stijgen, maar laat in woord en daad ruimte voor de  ontplooiing van anderen. Deze vitalistische  geest schenkt ons het vermogen om in alle mensen een glimp van de Eeuwige te zien. Ze geef ons het vermogen, niet om de werkelijkheid te bestrijden, maar om waar dan ook de diepte in te kijken en vlak onder de oppervlakte talrijke mogelijkheden voor duurzaam samenleven te zien. Alleen zo’n vitalistische geest, deze spirit van Vader en Zoon heeft de toekomst. Alleen zo kunnen hemel en aarde elkaar raken.