Boekbespreking in  Nieuw Rotterdams Kerkblad, maart 2012
van ‘Das Münchhausen Prinzip. Wie Sie sich am eigenen Schopf aus dem Sumpf ziehen’ van Marco von Münchhausen  

De inhoud van zelfhulpboeken kan behoorlijk onbarmhartig zijn. Toch schuiven sommige zelfhulpboeken een behoorlijk stukje op in de richting van de oeroude genade- literatuur en daarmee worden ze gelijk een stuk beter verteerbaar. 

De onbarmhartige spiegel der effectieven
Ik heb een hekel aan zelfhulpboeken. Vooral die van Amerikaanse snit, vol van halleluja- verhalen en sucesstories. Het meest irritante boek in dit genre is ongetwijfeld die van Stephen R Covey The Seven Habits of Highly Effective People. Het beschrijft hoe voor individuen die geloven en volharden in het volgen van de door Covey beschreven principes het succes voor het oprapen ligt. Op zich is er met de beschreven principes (zoals ‘wees proactief’, ‘begin met het einde voor ogen’, ‘stel prioriteiten’, ‘werk samen’ en ‘zorg voor voldoende geestelijk en lichamelijk onderhoud’) niet eens veel mis. Problematisch is de focus op individueel leiderschap en succes dat logischerwijs volgt uit het standvastig naleven van deze principes. Voor degenen die buiten dit geluk vallen is de ervaring van goddelijke genade en levensvreugde verder weg dan ooit: zij zijn mislukkelingen, onkundige of onwillige discipelen die er domweg niet in slagen deze eenvoudige principes in hun leven te integreren.
Het zal duidelijk zijn dat ik op het gebied van zelfmanagement tot de minder succesvolle types behoor. Zo kom ik bij de meest elementaire beginselen van timemanagement, zoals het op tijd opstaan en het op tijd beginnen aan welke activiteit dan ook, al gelijk danig in de knoei. Het probleem is zo gênant dat Covey niet eens de moeite neemt het te bespreken, hiermee eens te meer op onbarmhartige wijze de kloof tussen het eigen individuele falen en het  succes van de begenadigde effectieven, illustrerend.

Het zelf en de soppigheid van het moeras
Er is, zo bleek mij, ook zelfhulpliteratuur dat uit een ander vaatje tapt.
Toen ik tussen kerst en oud en nieuw in Duitsland aan het wandelen was, liep ik in een boekhandel het geschrift Das Munchhausen Prinzip. Wie Sie sich am eigenen Schopf aus dem Sumpf ziehen tegen het lijf, geschreven door Marco von Münchhausen, een verre nazaat van deze beroemde baron, waarover zoals bekend de meest fantastische verhalen de ronde doen. De bekendste daarvan is het verhaal waarnaar de titel verwijst, waarbij de baron zich aan zijn eigen haren uit het moeras trekt. De stelling van dit boek is dat wat letterlijk gesproken niet mogelijk is, psychologisch bezien misschien wel de enige volwassen manier is om met problemen om te gaan.
Het boek is opvallend omdat het begrijpelijk wordt met bekende religieuze begrippen als ‘zonde’, ‘verlossing’ en ‘dankbaarheid’ voor ogen.
De zonde speelt onuitgesproken een centrale rol in het boek, het zijn namelijk de verschillende moerassen waar we door ons eigen toedoen in belanden, zoals de slachtofferrol waarin we vast kunnen komen te zitten en de gevoelens van zinloosheid, en zelftwijfel die ons met regelmaat bekruipen en die ons steeds dieper in de ellende doen wegzinken. De eerste stap voordat verlossing van uit deze bedompte situatie überhaupt mogelijk wordt, is dat we ons realiseren dat wij in het moeras zitten en dat wij (en niet de ander) daar zelf schuld aan hebben. Belangrijk is dus om bij jezelf de moerasachtige trekken, de funeste denk-en handelpatronen waarmee we onszelf en anderen vast kunnen zetten, waar te nemen en te herkennen. De tweede  stap is het  accepteren dat deze mechanismen nu eenmaal bij het menszijn horen. Niet toevallig staat de bijbel bol van mensen die met God op pad gingen zonder over Coveyaanse karaktereigenschappen te beschikken. Precies in deze bevrijdende constatering ligt de mogelijkheid besloten dat we gered kunnen worden. Een belangrijk eerste stap uit het moeras bestaat volgens von Münchhausen uit het veranderen en verrruimen van het eigen perspectief (daarna krijgen overigens meer Coveyaans aandoende stappen een plek zoals ‘zorg voor jezelf’, ‘ruim op’, ‘concentreer je’, ‘benut je tijd’ en ‘engageer je’). Bij het veranderen van perspectief staat het ‘danken’ centraal, voor alles aan goeds waarmee we ons als gebrekkige mensen omringt weten.

Jezus als zielenherder en moerasbevrijder
Zo’n verandering van perspectief richting het ‘danken’ past goed bij het christendom. De oerervarnig daarbij is dat het leven een geschenk is, dat dankbaarheid oproept. Ook een eerlijke omgang met de eigen moerasachtige trekken past bij een christelijk spiritueel groeipad, net zoals de erkenning dat we uit het moeras getrokken kunnen worden, ja dat we dat misschien zelf kunnen doen (al zijn daar wel wakeup calls van anderen voor nodig). Jezus was bij uitstek zo’n ‘ander’ die mensen die vastzaten in hun eigen moeras, deed opstaan. Zei Jezus niet ‘Sta op en wandel tegen de lamme? Juist in onze gebrekkigheid ligt onze kracht en ontwikkelpotentieel besloten.
Het wordt daarom ook tijd om de warme dekens af te slaan en uit bed te komen. Waarlijk opstandingsgeloof begint elke dag door zelf op tijd op te staan, in het wonderlijke besef dat er weer een levensdag aan ons gegeven is, waarin we mogen bouwen aan een gedeelde wereld die de moeite waard is.
De gouden tip in het ‘opstaan’ blijkt overigens heel praktisch van aard te zijn: plaats de wekker niet ‘binnen’ maar ‘buiten’ handbereik, zodat je wel op moet staan uit je sompige slaapmoeras om van  het lawaai af te zijn. Via deze onvermoede wijze blijkt maar weer eens hoe verrassend ‘aards’ goede boodschappen vaak zijn!